Muziek

Met ”Luisterland” dagelijks klassieke muziek in de klas

Elk kind houdt van klassieke muziek. Dat is het uitgangspunt van de methode ”Luisterland”, die in 2007 verscheen. Aan de hand van de ”reisgids voor klassieke muziek” luisteren kinderen dagelijks in de klas naar een compositie. „Ze worden dolenthousiast van de Turkse Mars van Mozart.”

3 April 2013 22:02Gewijzigd op 15 November 2020 02:50
De methode ”Luisterland” bestaat uit vijf mappen voor de groepen 4 tot en met 8 van de basisschool. Beeld Groen Educatief
De methode ”Luisterland” bestaat uit vijf mappen voor de groepen 4 tot en met 8 van de basisschool. Beeld Groen Educatief

Joke Lindhout is interne kunst- en cultuurcoördinator op de christelijke Rehobothschool in Ridderkerk. De school is met ingang van dit jaar gestart met ”Luisterland”. „We wilden kunst en cultuur een duidelijke plaats geven in ons onderwijs. Daarom is er een beleidsplan geschreven. We zijn begonnen met tekenen en handvaardigheid. Het aanschaffen van ”Luisterland” is de eerste stap om het luisteren naar muziek te ontwikkelen.” De methode is aanvullend op de gewone wekelijkse muziekles, waarvoor de Rehobothschool overigens geen methode heeft.

Na een kleine proeffase eind vorig schooljaar was iedereen enthousiast over ”Luisterland”, zegt Lindhout. „Dit jaar mag elke leerkracht kijken hoe hij of zij het vormgeeft: elke dag een stukje muziek, of een paar dagen in de week, of misschien een aantal weken wel, en dan weer een pauze. Aan het eind evalueren we.”

Zelf staat Lindhout parttime voor groep 6. Daar wordt in principe vijf keer per week muziek geluisterd, op een vast moment. „Daar hechten de kinderen aan. Als ik het vergeet, herinneren ze me eraan.” Ze heeft gevraagd wat de leerlingen van het dagelijkse muziekmoment vinden. „Ze geven vooral aan dat ze het luisteren heerlijk vinden, omdat ze er rustig van worden, even kunnen ontspannen. Ik zorg er dan ook voor dat het echt heel stil is in de klas, totale rust.” Af en toe moeten de leerlingen gericht luisteren aan de hand van een vraag. „Dat vinden ze leuk, bijvoorbeeld als ze verschillende instrumenten moeten ontdekken. Soms vinden ze de vragen iets te makkelijk.”

In de bovenbouw wordt de muziek moeilijker. Dan zijn de verhaaltjes soms een beetje gezocht, zegt Lindhout. De methode voorziet in lesmateriaal voor 35 weken per jaar. „Dat is wel een beetje veel. Maar mijn ervaring is dat je geen grote hiaten in het lesprogramma krijgt als je niet alles doet.”

Zelf vindt Lindhout muziek „heel erg leuk”, maar heeft ze weinig kennis van het klassieke repertoire. „Ik leer met de kinderen mee. Natuurlijk is het een pluspunt als je achtergrondkennis hebt, maar het is geen voorwaarde.”

Een mooi moment? „Van vocale muziek raken de kinderen een beetje ondersteboven, bijvoorbeeld als een sopraan begint te zingen. Rond Kerst draaiden we een stuk uit de kerstcantate ”Ich freue mich in dir” van Bach. Dan zie je hen vreemd opkijken. Dat is duidelijk geen dagelijkse kost. Het is juist leuk dat ze er op deze manier kennis mee maken en ervaren dat zulke muziek niet gek is.”

Opvoeding

De protestants-christelijke Regenboog in Lopik staat op het punt ”Luisterland” aan te schaffen. De leerkrachten van groep 4, Peggy Schakel en Jan Versteeg, hebben vorig jaar in hun groep met de methode gewerkt. Ze zijn enthousiast, net als de leerlingen. „Financieel hebben we groen licht gekregen voor de aanschaf. Een aantal collega’s wil echter nog graag kennismaken met de methode via een zichtexemplaar. Het is belangrijk dat het teambreed gedragen wordt, omdat er een doorgaande lijn in de methode zit.” De leerkrachten hopen dat ”Luisterland” volgend schooljaar in gebruik zal zijn, als aanvulling op de gewone muziekles, waarvoor de Regenboog de methode ”Moet je doen” gebruikt.

Volgens Schakel biedt ”Luister­land” een leuk extraatje voor de kinderen. „Ik zie het als een onderdeel van de opvoeding om de kinderen in aanraking te brengen met klassieke muziek, ook als tegenhanger van de pop- en housemuziek waar ze vaak vanzelf mee in aanraking komen.”

Op de Regenboog heeft de helft tot een kwart van de kinderen een kerkelijke achtergrond. Veel leerlingen komen nauwelijks in aanraking met klassieke muziek, zegt Versteeg. Maar dat betekent niet dat ze er niets van moeten hebben. „Ze vinden het ontzettend leuk. Als we het een keer over­sloegen, kregen we direct reactie.”

Het leuke van de methode vindt Schakel dat er elke week één componist centraal staat, van wie dagelijks hetzelfde stukje muziek wordt geluisterd. „Elke dag zit er een leuk verhaaltje bij: let eens op de violen, luister eens naar de fluiten.” Het portret van de componist van de week stond steeds op het bord. „Alleen al zo’n man met een pruik zorgt voor pret.”

Het luistermoment werkt ook goed om de kinderen rustig te krijgen, is de ervaring van Schakel en Versteeg. „We deden het direct aan het begin van de morgen, in de kring, nog vóór gebed en Bijbelverhaal. Daar worden ze rustig van.”

Bij kinderen én ouders sloeg het aan. „De kinderen gingen met verhalen naar huis. Een van de leerlingen schreef alles op en vertelde er thuis over. Hij wist een paar weken later nog te vertellen welk stuk van welke componist was. Heel speciaal.”

Leerkrachten hoeven niet muzikaal te zijn om met de methode uit de voeten te kunnen, zegt Versteeg. „Wij zijn allebei liefhebbers, geen kenners. Maar we stralen enthousiasme uit, denk ik.” Leerkrachten die denken dat ”Luisterland” weer iets erbij is dat beslag legt op de tijd, hebben het bij het verkeerde eind. „In feite ben je met een paar minuten klaar. Je kunt je er als leerkracht geen buil aan vallen.”

Een mooie ervaring was de week toen de Turkse Mars van Mozart centraal stond, zegt Versteeg. „De kinderen waren helemaal dol­enthousiast. Is dat ook muziek?! was hun reactie. Prachtig.”


Luisterland

De methode ”Luisterland”, een uitgave van Groen Educatief, werd ontwikkeld door Piet Baaijens (Ridderkerk) en Mar van der Veer (Zierikzee). Zij maakten een ”dagelijkse reisgids voor klassieke muziek” voor de groepen 4 tot en met 8 van de basisschool. Elke week staat een muziekstuk van een componist centraal, dat dagelijks wordt gedraaid en waarover de kinderen steeds nieuwe informatie of vragen krijgen.

Volgens de auteurs zijn er van de methode ruwweg tachtig series (vijf mappen) verkocht. „De methode is met veel vreugde ontvangen, met name bij reformatorische scholen”, zegt Van der Veer. De muziekdocent denkt liever niet in aantallen. „Zet je het aantal verkochte mappen af tegen alle scholen, dan lijkt het niets. Maar besef je dat daardoor vele duizenden kinderen vertrouwd raken met klassieke muziek, dan hoor je een ander verhaal. Zo moet je ons werk ook lezen.”

Er is nog wel terrein te winnen, zegt Van der Veer. „Soms hebben de leerkrachten zelf geen idee wat klassieke muziek is. Voor velen vormen kinderen en klassieke muziek ook een ondenkbare situatie. Maar ik heb nog nooit gehoord dat kinderen niet enthousiast waren.”

Baaijens, directeur van de Ds. G. H. Kerstenschool in Ridderkerk, weet uit ervaring dat de man of vrouw voor de klas bij ”Luisterland” van doorslaggevende betekenis is. „Dat is niet verwonderlijk, want dat geldt bij alles op school. Wanneer een leerkracht er plichtmatig mee omgaat, ebt de belangstelling van leerlingen weg. De kunst is om het luistermoment steeds weer nieuw leven in te blazen. Je moet er de lol van inzien en er plezier aan beleven.”

Zelf gaat hij creatief met de methode om: „Ik pas de volgorde aan, vertel anekdotes over de componist, laat filmpjes van YouTube met uitvoeringen van een stuk zien. Dan haal je leerlingen weer uit de gemakzuchtige houding waarin ze na wat jaren ”Luisterland” terechtkomen en geef je nieuwe prikkels. Nadeel daarvan is dat je snel je tijd overschrijdt. Maar dat moet af en toe kunnen.”

Dit is het tweede artikel in een tweeluik over muziek in de klas.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer