Orthodoxe Kerk wil meer invloed bij EU
De Orthodoxe Kerk wil met het oog op de toekomstige uitbreiding van de Europese Unie met orthodoxe landen meer invloed bij de EU. Een officiële vertegenwoordiging zou daarvoor een geschikt middel zijn, stelden de deelnemers aan de jaarlijkse dialoog tussen oosters-orthodoxen en de Europese Volkspartij/Europese Democraten (EVP/ED) vrijdag in de Turkse stad Istanbul.
Ze pleitten er in hun slotverklaring voor dat het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel, het hoofdkwartier van de ruim 300 miljoen orthodoxe christenen in de wereld, een aparte status bij de EU krijgt. Daarmee bedoelen ze dat de Orthodoxe Kerk een officiële vertegenwoordiging bij de EU moet krijgen, net zoals de Rooms-Katholieke Kerk die heeft met de nuntiatuur (ambassade). Bisschop Hilarion Alfeyev van het patriarchaat in Moskou had er tevergeefs op aangedrongen dat in de verklaring niet alleen het Oecumenisch Patriarchaat, maar ook zijn en andere Orthodoxe Kerken zouden worden genoemd.
Tijdens de bijeenkomst, die voor de zevende keer plaatshad, was sprake van een zekere vorm van rivaliteit tussen het oecumenisch patriarchaat en de Russisch-Orthodoxe Kerk, aldus medevoorzitter W. van Velzen. De CDA-europarlementariër, die actief was als vice-voorzitter van de EVP/ED-fractie, zei dat hij enkele voorgestelde tekstwijzigingen heeft afgewezen omdat die de positie van de oecumenisch patriarch zouden aantasten.
Thema van de dialoog was het nieuwe Europa na 2004. In dat jaar krijgt de EU er tien nieuwe lidstaten uit vooral Oost-Europese landen bij. Later volgen naar verwachting Bulgarije en Roemenië en andere overwegend oosters-orthodoxe landen.
Voor politici en kerkleiders is het volgens de Belgische godsdienstsocioloog J. Kerkhofs goed te weten dat het belang van religie in het zuiden, oosten en noorden van Europa tussen 1990 en 1999 is toegenomen. Alleen in West-Europa nam het iets af. De meeste Europeanen vinden religie belangrijker dan politiek en beschouwen zichzelf als religieus. Maar de officiële leer van kerken is niet meer bepalend voor hun gedrag. De meerderheid laat zich bij ethiek leiden door het eigen geweten, waarbij omstandigheden en niet langer principes een cruciale rol spelen. Een toenemend aantal mensen aanvaardt abortus, euthanasie, homoseksualiteit en echtscheiding.