Zweet en tranen
Vanuit een donkere wandkast keek een kanselbijbel mij vorsend aan. Voor mij strekte zich een donkere massief houten tafel uit. De knerpende leren stoelzitting onder mij voelde koud aan. Mijn klamme handen rustten op de houten leuningen. Ik voelde me klein in die schemerige ruimte. Het liefst wilde ik wegkruipen, of ertussenuit knijpen. Een blik op de draaitelefoon aan de muur weerhield me er echter van. Ze zouden me namelijk heus wel weten te vinden. Ik berustte zuchtend in mijn eerlijk verdiende lot.
Even later ging de deur open. Daar was hij, de aardige man die mij er zojuist onaardig had uitgestuurd. Ik slikte even. Wat er toen gezegd werd, ben ik allang vergeten. De boodschap van mijn catecheet was waarschijnlijk helder. Catechese is geen speelkwartier; en zeker geen wedstrijdje ‘leuk doen’. Ik wist dat hij gelijk had. Waarschijnlijk toverde ik zodra ik uit zijn blikveld verdwenen was een grijns op mijn gezicht. Wat gezagsdragers ook zeggen, in het zicht van je maatjes moet je altijd blijven lachen!
Wekelijks stonden het afgelopen seizoen catecheten met meer of minder moed in de schoenen voor de groep. De les stevig voorbereid, dogmatisch uit graniet gehouwen. Oog in oog met een pratende en giechelende groep pubers brak menige gezagsdrager echter het zweet uit. Hoe kun je iets overdragen, terwijl de helft van de tieners onderling zit te whatsappen?
Wat doe je eraan als een zak winegums krakend rondgaat? En dan niet één zak, maar een stuk of zes varianten. Hoe kun je ooit een heldere visie op de drie stukken kwijt terwijl de jongens in de groep zich verdiepen in heel andere stukken? En wat moet je met die drie lieve meisjes, die je schuldbewust aankijken omdat zij het helaas ook niet kunnen helpen dat jij geen orde kunt houden?
Zonder pedagogische ervaring krijgen veel catecheten het zwaar te verduren. Zoals die predikant die jarenlang catechese gaf met beide ogen dichtgeknepen. Tegelijkertijd ontmoet ik in gemeenten tal van ervaren pedagogen die hun predikant en andere catecheten graag bij de hand willen nemen. Dit vraagt om een kwetsbare houding van de catecheet. Daar kom ik prachtige voorbeelden van tegen. Ambtsdragers bloeien erdoor op, jongeren ook.
Ga samen de dialoog aan over orde en gezag. Uiteraard gevolgd door een observatieles, met eerlijke feedback. Handhaaf de noodzakelijke regels en heb die pubers tegelijkertijd hartelijk lief. Willen we onder Gods zegen pubers vormen, dan zijn zij onze beste krachten waard.