Daarbij komt dat diegenen die afstuderen, meestal niet aan het werk gaan als imam. Sommigen vinden dat dat werk te slecht betaalt of de moskeeën kiezen liever voor een meer ervaren imam. Daardoor blijft de behoefte aan de ‘polder-imam’ groot. Een polder-imam zou een brug kunnen slaan tussen de islam en de Nederlandse samenleving.

De afgelopen jaren gaan steeds meer Marokkaanse en Turkse moslims van de tweede generatie wekelijks naar de moskee. Voor hen is het volgens Bussemaker van belang dat imams ook kennis hebben van de Nederlandse cultuur. Om het polder-imamschap toch wat meer in de kijker te spelen, moeten de arbeidsvoorwaarden worden verbeterd. Ook moet de theologische kennis van deze imams worden vergroot, omdat die nu onder doet voor de kennis van in het buitenland opgeleide imams.

Bussemaker schrijft verder dat ze niet verwacht dat in de toekomst meer studenten zullen kiezen voor een carrière als imam.

Sinds 2005 kan aan de Vrije Univesiteit Amsterdam een islamopleiding worden gevolgd. Aan de Universiteit Leiden kan dat sinds 2006. Ook de Hogeschool Inholland bood enige tijd een opleiding tot imam of islamitisch geestelijk verzorger aan. Die hogeschool besloot recent om daarmee te gaan stoppen.