„Het schisma Rome-Reformatie en Rome-Anglicana heeft plaatsgevonden en de scheuringen zijn, zeker onder Nederlandse gereformeerden, sindsdien niet van de lucht geweest. Met alle gevaar van dien. (…)

Van de (ware) katholieke kerk zegt onze belijdenis: „Ook is deze heilige Kerk niet gelegen in, gebonden aan of beperkt tot een bepaalde plaats of gebonden aan bepaalde personen, maar zij is verbreid en verstrooid over de gehele wereld en toch met hart en wil samengevoegd en verenigd in eenzelfde Geest, door de kracht van het geloof.”

De katholiciteit die wij belijden, zal altijd blijven schuren met de neiging tot scheuren. Katholiek betekent dan wel iets anders dan zoveel mogelijk volgelingen onder de paraplu van één kerkgenootschap schuiven, zoals dat bij Rome functioneert. Katholiek betekent in de belijdenis in de eerste plaats: de band aan Christus kennen, aan wie alle macht in hemel en aarde gegeven is. En daaruit volgt: de band kennen aan de wereldwijde gemeenschap van christenen die van Zijn genade leven.

Hebben we geen bisschop nodig, om die katholiciteit onder ons te laten functioneren? Geen bisschop van Rome of Canterbury, maar van –zeg– Dordrecht of misschien wel Nunspeet, waar de generale synode DV zal vergaderen? Ja, maar die hebben we al. Wij hébben een bisschop zegt onze belijdenis: Jezus Christus ‘de enige algemene Bisschop en het enige Hoofd van de Kerk’.

Maar als we echt geloven dat Hij onze enige Bisschop en Hoofd is, dat Hij een Naam boven alle namen heeft, dat Hij aan de rechter­hand van de Vader zit om te regeren en dat Hem alle dingen onderworpen zijn – dan kunnen we nooit tot provincialisme vervallen. En kunnen we nooit in een comfortabel isolement terechtkomen van een kerkelijke sub-sub-subcultuur.

We zullen dan oog houden voor het feit dat de Christus die wij in de intimiteit van onze eigen, plaatselijke gemeente belijden, ook Koning is van een wereldwijde christenheid, van de gehele aarde, de totale kosmos. En dan zullen wij er altijd oog voor hebben dat onze plaatselijke dierbaarheden getoetst zullen worden door Koning Christus. Wat zal dan goud en zilver blijken? Wat stro en stoppelen? Wat van ons bouwwerk overleeft het vuur van het oordeel? „Jezus Christus, ontferm U ook over ons, gereformeerden in deze lage landen.””