Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek van Regioplan, dat in opdracht van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) is verricht. De aansluiting voor vluchtelingen -voor het overgrote deel mannen- op de Nederlandse arbeidsmarkt noemt de raad problematisch.

Ondanks de specifieke problemen van vluchtelingen moet er voor deze groep volgens de RWI geen afzonderlijk arbeidsmarktbeleid worden ontwikkeld. Het adviesorgaan, waarin gemeenten, werkgevers- en werknemersorganisaties zitting hebben, stelt dat de vluchtelingengroep te divers is voor apart beleid. Ook zijn de problemen te vergelijken met belemmeringen die andere allochtonen bij hun integratie op de Nederlandse arbeidsmarkt tegenkomen.

Het kabinet had de RWI gevraagd om een advies over het verbeteren van de kansen van minderheidsgroepen op de arbeidsmarkt. Een aanscherping van bestaand beleid en een betere uitvoering daarvan zijn volgens de raad wel noodzakelijk om de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen te versterken.

Volgens het onderzoek moet voortaan eerder en beter in beeld worden gebracht bij vluchtelingen welke vaardigheden en welk kennis- en opleidingsniveau zij hebben. Vluchtelingen zijn relatief hoger opgeleid dan andere groepen migranten. Zo blijkt ruwweg een kwart een hogereberoeps- of universitaire opleiding te hebben gevolgd.

Verder blijkt dat meer maatwerk is vereist voor vluchtelingen tijdens inburgeringsprogramma’s. Dat zou mogelijk zijn door deze groep in een eerder stadium in contact te brengen met een specialist op het gebied van de arbeidsmarkt en door het aanbieden van zogeheten duale trajecten (werken en leren tegelijk).

Vluchtelingen hebben vaak weinig gelegenheid gehad zich voor te bereiden op hun komst naar Nederland. Ook kennen zij een relatief lange periode van loopbaanonderbreking, zijn zij gemiddeld ouder dan andere migranten en sluit hun opleiding slecht aan op de normen in Nederland. Hierdoor zijn vluchtelingen veelal aangewezen op laagwaardige arbeid met weinig perspectief of op een baan die ver onder hun eigenlijke professionele status ligt.