De Jobarsynagoge, die volgens de overlevering rond 720 voor Christus werd gebouwd door de profeet Elisa, raakte vorig jaar al fors beschadigd nadat een brand de befaamde middeleeuwse markt van Damascus in de as had gelegd.

Doordat de synagoge in de gelijknamige wijk Jobar ligt, die al tijden het toneel is van hevige gevechten tussen regeringstroepen en rebellen, was niemand in staat de synagoge de afgelopen maanden te bezoeken. Jobar is momenteel in handen van de rebellen.

Na de stichting van de staat Israël werd de synagoge al snel niet meer gebruikt als gebedshuis. De meeste Syrische joden trokken naar Israël. Voordat de strijd in Syrië in maart 2011 uitbrak was de synagoge af en toe open voor toeristen en pelgrims.

Naar schatting leven er momenteel nog zo’n twintig joden in Syrië, van wie de meesten in Damascus wonen. In de stad staat nog een andere synagoge, evenals in de stad Aleppo. In de afgelopen jaren zijn deze gebedshuizen met steun van

de Syrische regering gerestaureerd.

Beide strijdende partijen zeggen de schade aan en de plundering van de synagoge te betreuren. „Het is het erfgoed van het moederland, ongeacht de religie, of het nou joods, islamitisch of christelijk is”, zei Maamoun Abdul-Karim van het Syrische ministerie van Cultuur gisteren. Volgens Abdul-Karim werden sommige voorwerpen vorig jaar al uit de synagoge gestolen.

Een opstandeling in Jobar zei dat de synagoge de afgelopen maanden constant is geplunderd. „Ik weet niet wat er oorspronkelijk allemaal was, maar we weten dat er in ieder geval veel oude boeken en artefacten waren die er nu niet meer zijn”, aldus de opstandeling.