Eindstrijd om Damascus lijkt aanstaande
Jihadisten rukken op vanuit het noorden van Syrië. Gematigde strijders naderen vanuit het zuiden. De slag om Damascus lijkt aanstaande. De stroom vluchtelingen zwelt alleen maar aan.
Wael Suleiman, de voorzitter van Caritas Jordanië, luidde de afgelopen dagen de noodklok over de alarmerende aantallen Syrische vluchtelingen die dagelijks –vaak met gevaar voor eigen leven– de grens met Jordanië oversteken.
Volgens de recentste informatie hebben allerlei bewapende milities aan de Syrische zijde van de grens een bufferzone van ongeveer 25 kilometer in handen, met dagelijkse bombardementen door de Syrische luchtmacht als gevolg. Deze gevaarlijke situatie geeft de vluchtelingenstroom richting de Jordaanse grens soms het karakter van een ware dodenmars.
Caritas Jordanië maakte bekend dat het aantal Syrische vluchtelingen reeds de grens van 500.000 personen heeft overschreden en dat de evaluaties van christelijke hulporganisaties steeds somberder worden. Cijfers en prognoses worden voortdurend bijgesteld en er wordt al rekening gehouden met ten minste 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen voor het einde van het huidige jaar.
De situatie in het overvolle vluchtelingenkamp Zaateri is bijna onhoudbaar geworden. De opening van een nieuw vluchtelingenkamp in de buurt van de Noord-Jordaanse stad Zarqa wordt om onduidelijke redenen steeds uitgesteld.
Er zijn echter nog ergere, nachtmerrieachtige, scenario’s denkbaar. De Syrische oppositie heeft de inwoners van Damascus gewaarschuwd dat de Syrische hoofdstad op korte termijn zal worden beschoten met langeafstandraketten. Regeringsgebouwen, politiebureaus en andere officiële instellingen zullen het doelwit zijn. Alle Damascenen die in de buurt van een dergelijk gebouw wonen, werden gemaand zo spoedig mogelijk hun huizen te verlaten.
Wie Damascus kent, weet dat er geen wijk en zelfs nauwelijks een straat te vinden is waar zich niet een politiebureau of een gebouw van de Ba’athpartij bevindt. Dat betekent feitelijk dat vrijwel de totale Damasceense bevolking, die door sommigen op zo’n 7 miljoen zielen wordt geschat, binnen het bereik van een gebouw woont dat door de bewapende oppositie tot legitiem doelwit is verklaard.
Telefoongesprekken met vrienden in de Syrische hoofdstad maken duidelijk hoe wanhopig de situatie is geworden. De oude scheidslijnen tussen Syriërs die voor of tegen het regime zijn, lijken veelal weggevallen. Het gevoel overheerst dat men in een stad woont die van alle kanten belegerd wordt en dat de inwoners als ratten in de spreekwoordelijke val zitten.
Zware tol
De Syrische crisis, die haar derde jaar is ingegaan, begint een zware tol te eisen. Met bommen en raketten worden er aanslagen uitgevoerd op de Syrische infrastructuur, die totaal wordt vernietigd. Minder zichtbaar –maar net zo verwoestend– zijn de aanslagen die op de psyche en de zenuwen van de Syrische bevolking worden gepleegd.
Een Syrisch meisje uit Damascus vertelde over de panische angst die haar beving, toen de bus naar haar werk kwam vast te zitten in een verkeersopstopping. Zou een van de andere auto’s wellicht zijn volgeladen met explosieven die vervolgens door een zelfmoordenaar tot ontploffing worden gebracht?
Iets dergelijks was namelijk enkele weken eerder haar beste vriendin overkomen, die hierdoor samen met tien medepassagiers in één seconde uit het leven werd weggerukt. Een moslimvriend die iedere vrijdag trouw de moskee bezoekt, verhaalde over zijn diepe gevoelens van onbehagen gedurende de gebedsdienst waar hij zich innerlijk eigenlijk voor schaamde. Maar hij kan niet langer de mogelijkheid uitsluiten dat er zich onder de aanwezigen iemand bevindt, die heimelijk een bomgordel draagt. De angst blijkt zelfs tot in de gebedshuizen doorgedrongen.
Damasceense families weten vaak nauwelijks nog hoe ze financieel de eindjes aan elkaar moeten knopen. Veel toegangswegen tot de stad zijn verwoest, afgezet door het leger of gewoon te onveilig geworden. Dat leidt tot schaarste en gebrek aan bijna alles. De prijzen van levensmiddelen worden omschreven als krankzinnig.
Een kennis vertelde dat hij 5000 Syrische lire had moeten betalen voor een fles butagas die zijn familie nodig had om te koken. Ter vergelijking: zijn maandsalaris bedraagt 8000 lire.
Het fnuikendst voor de geestelijke veerkracht van mensen is nog dat niemand een sprankje hoop in deze donkere tijd ontwaart. Bovendien overheerst het gevoel dat het ergste nog moet komen en dat er in buitenlandse hoofdsteden over de toekomst van Syrië wordt beslist.
De afgelopen week was in de Qatarese hoofdstad Doha de halfjaarlijkse topontmoeting van de landen van de Arabische Liga, terwijl het gerucht ging dat de Syrische president Bashar al-Assad gedood of zwaargewond zou zijn. De Arabische Liga had eerder het Syrische lidmaatschap van de organisatie opgeschort en in Doha nam Moaz al-Khatib namens de oppositionele Syrische Nationale Alliantie plaats op de voor Syrië gereserveerde zetel.
Verdeeldheid
Het daverende applaus van de aanwezigen kon echter niet de diepe innerlijke verdeeldheid van zowel de Arabische Liga als de Syrische oppositie verhullen. De Arabische Liga kent net als de Europese Unie een halfjaarlijks roterend voorzitterschap, en de komende periode zal Qatar de organisatie leiden.
Vooral Qatar was erop gebrand de Syrische Nationale Alliantie, die grotendeels door Qatar wordt gefinancierd, tijdens de top in Doha naar voren te schuiven als de enige legitieme vertegenwoordiger van het Syrische volk. De Arabische landen bleken onderling echter ernstig verdeeld over deze kwestie, wat aan de vooravond van de topontmoeting tot heftige discussies leidde.
Opvallend was ook de afwezigheid van de Saudische vorst Abdullah. Het is geen geheim dat de Arabische Golfstaten de buitenlandse politiek van de emir van Qatar in toenemende mate wantrouwen. Qatar heeft zich de afgelopen jaren steeds meer geprofileerd als een promotor van de moslimbroeders, die door de andere Arabische monarchen steeds meer worden beschouwd als een bedreiging voor de eigen troon.
Vooral Saudi-Arabië wil voorkomen dat de moslimbroeders in Damascus de scepter gaan zwaaien, net als in Tunesië en Egypte.
De Arabische Golfstaten delen de visie dat met het ten val brengen van het huidige Syrische regime, de gevreesde sjiitische as wordt gebroken die zich uitstrekt van Teheran in het oosten tot de Libanese Hezbollah in het westen.
Er bestaat echter geen enkele overeenstemming over het alternatief voor het huidige regime in Damascus, met als resultaat dat het verloop van het conflict in Syrië steeds meer gelijkenissen begint te vertonen met de Libanese burgeroorlog waarin ook allerlei Arabische staten favoriete facties of milities hadden die werden gefinancierd en bewapend.
Het feit dat Moaz al-Khatib namens de Syrische oppositie in Doha plaatsnam op de stoel van Syrië veroorzaakte eveneens veel verwarring. Khatib had enkele dagen eerder net zijn ontslag ingediend als voorzitter van de Syrische Nationale Alliantie.
Ruim twee jaar na het begin van de Syrische crisis blijkt de oppositie verdeelder dan ooit. November 2012 werd Moaz al-Khatib naar voren geschoven als voorzitter van de Syrische Nationale Alliantie. Vooral in het Westen werden zijn gematigde opvattingen geroemd, alhoewel hier de nodige vraagtekens bij konden worden gezet.
Zo had Khatib in een eerder stadium de voormalige Iraakse dictator Saddam Hussein geprezen omdat deze Israël had bestookt met scudraketten. Maar Moaz al-Khatib bleek de charismatische leider te zijn die de Syrische oppositie zo hard nodig had om zichzelf tegenover de buitenwereld –en vooral de buitenlandse geldschieters– als een eenheid te kunnen presenteren.
Een eenheid die achter de schermen echter een illusie bleek te zijn. Dat werd aan het licht gebracht doordat Khatib na nauwelijks vijf maanden al zijn ontslag indiende. Dat leidde tot vraagtekens bij zijn beweegredenen hiervoor.
Onder vooral zware Amerikaanse druk werd eind 2012 de Syrische Nationale Alliantie opgericht die de Syrian National Council moest vervangen, die volledig door de Syrische moslimbroeders werd gedomineerd. Deze alliantie werd echter verscheurd door een richtingenstrijd die de internationale patstelling aangaande Syrië weerspiegelde.
Enige optie
De vraag was hoe de steeds bloedigere sektarische burgeroorlog in Syrië beëindigd kon worden. Moaz al-Khatib kwam uiteindelijk tot de conclusie dat onderhandelingen met het regime in Damascus de enige overgebleven optie waren, omdat de oppositie er ook na twee jaren van zware strijd niet in was geslaagd dit regime ten val te brengen.
In januari verraste Moaz al-Khatib vriend en vijand door zich bereid te verklaren onder bepaalde voorwaarden met het regime politieke besprekingen te beginnen. Dit bracht hem in harde confrontatie met de hardliners binnen de Syrische oppositie die met de steun van vooral Qatar en Turkije het regime in Damascus militair willen verslaan.
Ongeveer een week geleden werd bekend dat de Syrische Nationale Alliantie Ghassan Hitto had benoemd tot premier van een Syrische regering in ballingschap die overigens nog moet worden opgericht. Ghassan Hitto is afkomstig uit Texas en bezit de Amerikaanse nationaliteit, maar is tevens lid van de moslimbroeders.
Een reconstructie van de gebeurtenissen maakte duidelijk dat het vooral de Syrische moslimbroeders waren geweest die de benoeming van Hitto erdoor hadden gedrukt. Een groot aantal seculiere leden van de alliantie dienden vervolgens als protest zijn ontslag in.
Tijdens zijn eerste interview verklaarde Ghassan Hitto onmiddellijk dat er onder geen enkele voorwaarden onderhandelingen zullen worden gevoerd met het regime in Damascus. Dat betekende een persoonlijke en openbare vernedering voor Moaz al-Khatib.
Aldus naar de zijlijn geschoven, diende Khatib zijn ontslag in, waarmee hij de Syrische buitenlandse oppositie in totale verwarring achterliet. Een verwarring die nog verbijsterender werd nadat generaal Idriss en andere kopstukken van het Vrije Syrische Leger lieten weten zowel de benoeming als de persoon van Ghassan Hitto volstrekt af te wijzen.
Hun belangrijkste beweegred hiervoor lijkt niet zozeer diens lidmaatschap van de moslimbroeders te zijn, maar vooral zijn Amerikaanse nationaliteit. Dit laatste versterkt het groeiende wantrouwen van grote segmenten van de Syrische bevolking die in de buitenlandse oppositie slechts een instrument zien van heerszuchtige Amerikaanse politiek.
Ondertussen wordt de situatie in Syrië steeds grimmiger en ondoorzichtiger. Bepaalde ontwikkelingen lijken op de situatie rond Berlijn in 1945. In dat jaar rukten de geallieerden vanuit het westen op om Berlijn te bevrijden, terwijl het Sovjetleger vanuit het oosten naderde.
Geconsolideerd
In het noorden en oosten van Syrië hebben radicale islamitische groeperingen met in hun voorhoede de aan al-Qaida gelieerde Jabhat al-Nusra verschillende Syrische provincies grotendeels onder hun controle gebracht. Deze jihadistische bewegingen lijken hun positie in deze provincies te hebben geconsolideerd. Er circuleren berichten dat ze nu langzaam door de woestijn naar het zuiden trekken, richting Damascus.
Ondertussen zijn de Verenigde Staten en enkele Europese landen in Jordanië begonnen Syrische rebellen te trainen die als „seculier en gematigd” worden omschreven. Er is tevens sprake van enorme wapenleveranties en op talloze video’s is te zien dat vooral in het zuiden van Syrië rebellen plotseling over wapens uit voormalig Joegoslavië beschikken.
Turkije steunt in het noorden radicale islamisten om de Syrische Koerden te neutraliseren. Dat heeft tot gevolg dat in Noordoost-Syrië langzaam de contouren zichtbaar worden van een al-Qaidastaat in wording.
Het Westen probeert momenteel vooral vanuit Jordanië een meer seculiere tegenhanger hiervoor te creëren, uit angst dat Damascus zal worden veroverd door radicale jihadistische bewegingen.
Terwijl de laatsten vanuit het noorden hun opmars zijn begonnen naar de Syrische hoofdstad, naderen vanuit het zuiden gewapende rebellen en milities waarvan wordt gehoopt dat ze meer seculier en gematigd zijn. En net als Berlijn 1945 luidt de hamvraag welk leger Damascus het eerst zal bereiken.
Ondertussen kunnen de Damascenen slechts met angst en beven afwachten wat de nabije toekomst voor hen in petto heeft. Het wordt met de dag onwaarschijnlijker dat dit Syrische drama nog een gelukkige wending zal krijgen. De slag om Damascus lijkt begonnen.