Gruwelijkheden Tweede Wereldoorlog lijken vergeten
De mensheid heeft weinig geleerd van de verschrikkelijkheden van de Tweede Wereldoorlog, constateert prof. Werner Stroh.
Zo’n 7 miljoen Duitsers bekeken de afgelopen weken de driedelige televisieserie ”Onze moeders, onze vaders”. Op een weinig verbloemende wijze maakten ze kennis met de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog. Angst en schrik, moord en doodslag, het passeerde allemaal de revue. De serie maakt duidelijk waartoe de mens in staat was en nog steeds in staat is. In 1939 werd onder het mom van eer, vaderland en trouw een oorlog in gang gezet die de halve wereld in vlammen zette. Meer dan 50 miljoen soldaten en burgers verloren hun leven voor niets.
Ik streed als 17-jarige mee aan het Oostfront. De televisieserie geeft beknopt iets weer van de verschrikkelijke wederwaardigheden op het slagveld. De miljoenen oorlogsdeelnemers die betrokken waren bij gevechtshandelingen of hevig leden onder bommenregens weten erover mee te praten. Zelf heb ik tot op de dag van vandaag de beelden op mijn netvlies van soldaten die een been of arm verloren, of erger: zij die met bloed overstelpt hun laatste adem uitbliezen in een loopgraaf of schuttersputje.
Meerdere keren raakte ik tijdens de gevechten gewond. Nog steeds ondervind ik de gevolgen van de verwondingen aan mijn hoofd en arm. Van tijd tot tijd dringen de herinneringen aan de zware strijd zich bij mij op, hoe we schoten op de vijanden met als doel ze tenminste onklaar te maken voor de strijd. De dood was alomtegenwoordig; we raakten eraan gewend. En hadden we op school niet geleerd dat het eervol is om voor het vaderland op het slagveld te sterven?
Waarom spreken wij overlevenden zo weinig over onze oorlogservaringen, zo wordt ons regelmatig gevraagd. Zouden we wel begrepen worden? Hoe zou iemand die er niet bij was ons kunnen begrijpen? We beseften toen nauwelijks wat er allemaal was gebeurd.
In onze jeugd bestond de televisie nog niet, slechts een enkeling bezat een radio. Internet was nog niet uitgevonden, de pers was gelijkgeschakeld en op school leerden we alleen maar over de heldendaden van het ”grote Duitsland” en zijn bijzondere ”opdracht”. Over politiek spraken de ouders tijdens de oorlog niet uit angst voor hun kinderen.
Op 8 mei 1945 was de oorlog officieel ten einde. Meer dan 11 miljoen Duitse soldaten verbleven op dat moment in krijgsgevangenschap. Van hen keerden er velen niet terug; zij vonden hun dood in gevangenschap. Had propagandaminister Joseph Goebbels niet gezegd: „Als wij ons overgeven, zal de deur zo stevig in het slot worden gesmeten dat de aarde een eeuw later nog trilt.” Velen wachtten jaren, soms zelfs decennia, op de terugkeer van hun vader, zoon of dochter. Veelal tevergeefs. Duizenden krijgsgevangenen keerden niet meer terug. Ook mijn vader is nooit teruggekeerd. Hij stierf in Siberië, op weg naar huis.
En nu? We leven inmiddels in 2013, 68 jaar na het einde van die verschikkelijke oorlog. In Europa heerst vrede. Om ons heen vinden echter vele kleine en grote oorlogen plaats: Syrië, Mali, Centraal-Afrika, Afghanistan enzovoort. Ik begin er steeds meer aan te twijfelen of we als mensheid daadwerkelijk wat hebben geleerd van de verschrikkelijkheden die plaatsvonden in de Tweede Wereldoorlog. De herinneringen verbleken, de overlevenden sterven uit. Blijft alleen de hoop dat Hij Die de Opstanding en het Leven is, de Vredevorst, ons genadig zij.
De auteur was werkzaam als ziekenhuispastor in het Universitair Ziekenhuis in de Duitse plaats Giessen. Dit artikel is een bewerking van een bijdrage die eerder is gepubliceerd op de website van het Duitse christelijke persbureau Idea.