De jonge dwergvaraantjes zijn geel gespikkeld met een rood kopje. Ze zijn nu nog even groot als een vinger, maar groeien uit naar ongeveer 60 centimeter. De reptielen eten voorlopig insecten, maar zullen later net als hun ouders ook vlees gaan eten.

De varanen komen oorspronkelijk uit Australië, waar ze in bomen en op rotspartijen leven. Het is een beschermde diersoort omdat mensen de dieren en hun eieren vaak op aten. Van hun huid en ledematen werden geneesmiddelen en amuletten gemaakt.

De Varanus tristis orientalis komt in twee kleursoorten voor, roodkop en zwartkop. De zwarte kleur is dominanter dan de rode kleur. Dat maakt deze geboortes van de Roodkopvaranen nog specialer, aldus het dierenpark.

De verzorgers hebben met verandering in licht, voeding en dagritme geprobeerd de ouders tot voortplanting aan te zetten. Het succes heeft even op zich laten wachten, maar blijkt ook bij andere reptielen resultaten op te leveren. Ook de zeldzame Wenkbrauwgekko’s en Kraaghagedissen zetten sinds kort gezonde nakomelingen op de wereld.