Een half uur voor het slot stond de Dow-Jonesindex 0,2 procent lager op 14.537 punten. De S&P 500 noteerde nagenoeg vlak op 1563 punten. De breed opgezette index staat daarmee nog altijd een fractie onder de hooogste stand ooit. Technologiegraadmeter Nasdaq klom 0,1 procent tot 3257 punten.

De aanvankelijke verliezen op Wall Street liepen in de ochtendhandel terug, nadat er meer duidelijkheid was gekomen over de manier waarop de Cypriotische regering een bankrun wil voorkomen als de banken op het eiland donderdag weer opengaan. Zo kunnen klanten van Cypriotische banken dan nog altijd maar 300 euro per dag van hun rekening halen en worden de overboekingen naar het buitenland sterk ingeperkt.

Op het economische vlak bleek voorbeurs dat de voorlopige verkoop van huizen in de VS in februari licht is gedaald. Die daling volgt echter op een zeer sterke groei in januari en is volgens deskundigen geen reden voor nieuwe zorgen over de Amerikaanse huizenmarkt.

Onder meer bankaandelen stonden onder druk. JPMorgan Chase stond onderaan de Dow Jones met een min van 1,7 procent. Citigroup leverde bijna 1 procent van zijn beurswaarde in. Apple zakte 2 procent, nadat analisten hadden voorspeld dat het technologieconcern zijn winstdoelstelling niet zal halen.

De producent van ijzererts Cliffs Natural Resources kelderde bijna 18 procent. Analisten van JPMorgan adviseerden klanten hun aandelen in de grootste ijzerertsproducent van de Verenigde Staten in de verkoop te doen. De winst van het concern zou onder druk staan door het groeiende aanbod van ijzererts.

De euro werd woensdag behoorlijk geraakt door alle zorgen over de Europese muntunie. De euro was woensdagavond 1,2770 dollar waard en stond daarmee voor het eerst sinds eind november vorg jaar lager dan 1,28 dollar.

De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,2 procent tot 96,56 dollar. Brentolie was met 109,72 dollar per vat 0,3 procent duurder dan aan het begin van de dag.