Aandelenmarkten raakten flink in rep en roer nadat de toonaangevende media een interview publiceerden waarin Dijsselbloem zei dat het reddingsplan voor Cyprus een blauwdruk zou zijn voor de rest van de Europese bankensector. Achteraf blijkt echter dat de PvdA-politicus verkeerd werd opgevoerd.

„Op korte termijn is er natuurlijk wel imagoschade. Alle kritiek in de media, of die nu juist of onjuist is, levert imagoschade op”, zegt Ruding. Volgens hem wordt vaak pas achteraf gekeken of over hetgene wat gezegd is nu werkelijk zoveel ophef nodig was.

„Ik ben het bijvoorbeeld wel eens met Dijsselbloems lijn dat belastingbetalers niet automatisch moeten opdraaien als een bank door eigen wanbeleid in in de problemen komt”, stelt Ruding.

Als er imagoschade is geleden, dan is dat in de ogen van de voormalig politicus vooral door de Europese ministers van Financiën gezamenlijk. Zij stemden vorige week nog in met een plan om kleine spaarders te laten meebetalen aan de noodhulp aan Cyprus. „Dat besluit heeft bij spaarders voor veel onzekerheid gezorgd, omdat het afweek van afspraken die in alle eurolanden zijn gemaakt.”

Als voorzitter van de Eurogroep zou Dijsselbloem misschien wel iets voorzichtiger kunnen zijn in het doen van uitspraken, denkt Ruding. „Hij moet zijn mededelingen aan de media heel voorzichtig kiezen. Misschien is het een idee dat er voortaan vooraf schriftelijke statements worden verspreid, zoals centrale banken dat ook wel doen. Dat zou best eens de les kunnen zijn hiervan”, aldus de CDA-coryfee.