Sommige Iraanse vluchtelingen in Zweden zijn ondergedoken, omdat ze voor de Zweedse immigratiedienst niet hard konden maken dat ze waren overgegaan tot het christendom. Volgens de Zweedse jurist Gabriel Donner heeft een tot het christelijk geloof gekomen Iraniër een aantal bewijzen nodig: een doopbewijs, een bewijs van lidmaatschap bij een christelijke kerk of dergelijke papieren. Die zijn er niet altijd.

Volgens Donner wordt de immigratieprocedure soms slecht uitgevoerd en worden soms anti-christelijke trekken daarin zichtbaar. Immigratieambtenaren begrijpen niet altijd wat voor gevaar een christelijke levensovertuiging oplevert in Iran. Ze denken al snel dat Iraniërs christen worden om zo een status te kunnen krijgen. Dat zei hij tegen CBN News, die maandag een onderzoek publiceerde naar de uitzetting van christelijke Iraniërs door Zweden.

Een van die Iraniërs uit Zweden zijn Ali Roshan, Mahtab Shafadi en hun dochtertje. Ze kregen geen status en moet dus terug naar Iran. „We hebben onze families verteld dat we christen zijn. Ze hebben ons verstoten. We hebben dus geen familie meer naar wie we kunnen terugkeren. Ons bloed is nu halal…, het is heilig voor moslims om ons te doden.”

Een andere christen, Homeira, moet ook terug. Ze is ondergedoken, heeft geen identiteit meer en kan dus geen gebruik maken van bijvoorbeeld medische hulp.

Een telefoontje van een Zweedse predikant naar de immigratiedienst leverde niets op. De voorganger vertelde dat Iraanse christenen in Iran worden gemarteld. Toen de ambtenaar antwoordde dat ze dan de politie moeten bellen, zei de predikant dat juist de politie christenen mishandelt. Toen werd de telefoonverbinding verbroken.

Donner: „In de toekomst zullen de geschiedenisboeken heel kwalijk spreken over het Zweedse beleid op dit punt.”

Lees meer in het Engelstalige bericht van CBN News. Een vergelijkbaar bericht is te vinden bij Mohabat News.

Dossier: refdag.nl/kerkplein/christenvervolging/iran