Oppositie Bolivia: Geen referendum over gasexport
De Boliviaanse oppositie heeft donderdag afwijzend gereageerd op het voorstel van president Gonzalo Sanchez de Lozada om een referendum te houden over zijn omstreden plan om gas te exporteren. De oppositie blijft eisen dat Sanchez de Lozada aftreedt.
Het voornemen van de regering leidt al drie weken tot gewelddadige protestacties. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn daarbij 65 doden gevallen, de autoriteiten houden het op een aantal van zestien.
In een toespraak op de televisie verdedigde Sanchez de Lozada woensdagavond het omstreden plan. „Wij denken dat het goed is voor de toekomst van Bolivia.” Niettemin wil de regering graag weten wat de bevolking van de gasexport vindt, verklaarde hij.
De massale volkswoede van de afgelopen weken is volgens de president vooral het werk van „anarchisten en narco’s” die de regering ten val willen brengen. Hij ging in zijn toespraak niet in op de voornaamste eis van de betogers: zijn aftreden. Sanchez de Lozada verklaarde slechts te streven naar „orde en respect voor de grondwet.”
Woensdag werd opnieuw door het hele land gedemonstreerd tegen de president. In de stad Patacamaya vielen twee doden en negen gewonden toen militairen met scherp op de protesterende menigte schoten, meldde de televisie. In La Paz, de belangrijkste stad van het land, gingen rond de 1000 mensen de straat op, voornamelijk arme indianen, vakbondsleden en straatverkopers. Scholen, winkels, banken en kantoren bleven gesloten.
Onder de grond in het zuiden van Bolivia liggen grote hoeveelheden gas. De regering wil gas exporteren naar Mexico en de Verenigde Staten en denkt daarmee 5 miljard dollar te kunnen verdienen. Volgens de betogers zal dat geld vooral ten goede komen aan de rijken. Zij vinden dat het gas van de Bolivianen zelf is en kunnen het bovendien niet verkroppen dat het gas wordt uitgevoerd via een haven in Chili, het buurland dat Bolivia in een oorlog meer dan 120 jaar geleden zijn verbinding met de kust afpakte.
Het ziet ernaar uit dat de Nederlandse toeristen die zich momenteel in de Boliviaanse stad La Paz bevinden, voorlopig nog niet naar huis kunnen. Donderdagmiddag werd bekend dat het eerstvolgende vliegtuig mogelijk pas dinsdag gaat.
Intussen wordt de sfeer in de stad steeds grimmiger en wordt het voedsel schaarser, schetste de Maastrichtenaar M. van den Eertwegh donderdag de situatie vanuit La Paz.
Van den Eertwegh zit al sinds het weekeinde samen met zijn zus en haar vriend vast in een hotel in La Paz. Ze zouden dinsdag naar Nederland vliegen. Toen bleek dat de luchthaven wegens de onlusten was gesloten, verplaatsten ze hun vlucht naar vandaag.
Donderdagmiddag hoorden ze dat ze mogelijk pas dinsdag naar huis kunnen. Het hotel waar de Nederlanders verblijven ligt vlak bij het plein waaraan de regeringsgebouwen staan. „We zijn daar vanochtend even gaan kijken, toen was het nog relatief rustig. Op het plein verzamelden zich allemaal demonstranten. Ze zeggen dat het vandaag kan losbarsten, want er zijn mijnwerkers op weg naar de stad met dynamiet”, vertelde Van den Eertwegh. „We horen constant geweerschoten, maar ook wel eens iets dat heftiger klinkt.”
Tot nu toe was het hotel van de toeristen relatief veilig, maar de Nederlanders sluiten niet uit dat de betogers straks ook naar hun straat trekken. „De Verenigde Staten staan nu achter de Boliviaanse regering. We hopen niet dat de demonstranten hun woede daardoor straks ook op ons gaan richten. We zijn blank en je ziet natuurlijk niet meteen dat we uit Nederland komen.”
In het hotel proberen de twintig toeristen, onder wie nog drie Nederlanders, de tijd door te komen. Het eten wordt schaarser. „We krijgen nu nog droge rijst en pasta.” De toeristen bellen veel met ambassades en komen de deur niet of nauwelijks uit. „Ze raden ons aan binnen te blijven en ze zeggen dat ze met andere ambassades aan het vergaderen zijn”, aldus Van den Eertwegh. „Ze zouden werken aan een evacuatieplan, maar vinden het nu nog niet noodzakelijk om dat uit te voeren. Maar als ze wachten tot de situatie levensbedreigend wordt, is het te laat.”
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken zei donderdagmiddag dat in EU-verband wordt gesproken om de toeristen uit La Paz weg te krijgen. Op dit moment zitten er naar schatting 122 Nederlanders in de stad, onder wie 43 toeristen. Vooral die laatste groep moet volgens een woordvoerster zo snel mogelijk uit het gebied worden gehaald. Op welke termijn dat gaat lukken, kon ze niet zeggen. Brazilië en Peru hebben al wel toeristen geëvacueerd.