Verdachte aanslag rechtbank: is dit alles?
AMSTERDAM (ANP) – „Is dit alles, is dit al het bewijs?” De 25-jarige York M. is klaarblijkelijk niet erg onder de indruk van het belastende materiaal dat politie en justitie tegen hem en zijn medeverdachte Omar T. (24) hebben verzameld. Het tweetal wordt onder meer verdacht van het plegen van een aanslag met een anti-tankgranaat op het Amsterdamse gerechtsgebouw, in de nacht van 20 op 21 september 2011. Maandag begon hun proces.
„Nee, ik ben het niet geweest”, wilde M., die zichzelf omschrijft als beroepscrimineel, nog wel kwijt. M. en T. hebben er verder vooral het zwijgen toe gedaan. Op Omar T. heeft de politie in februari 2012 twee undercoveragenten ingezet. Zij hebben T. een bekentenis ontlokt, maar T. beweert dat de undercovers liegen. Volgens de agenten heeft T. onder andere gezegd dat de aanslag in opdracht van anderen is gepleegd. Onduidelijk is gebleven van wie.
In de Amsterdamse woning van York M. plaatste de recherche opnameapparatuur, in de hoop dat M. zich in belastende termen zou uitlaten over de aanslag. De politie zorgde ervoor dat de band liep op het moment dat de lanceerbuis waarmee de aanslag op de rechtbank is gepleegd, net door duikers van de marine uit de Zuideramstel werd gevist. York M. sprak er inderdaad over, evenals zijn vriend Omar T.
Het startbewijs tegen M. bestaat uit een vingerafdruk die is gevonden op een vuilniszak, waarin de lanceerbuis tijdens de bewuste nacht naar het gerechtsgebouw zou zijn vervoerd.
Bij de aanslag liep het gebouw voor ruim 40.000 euro schade op. Twee aanwezige bewakers bleven ongedeerd.
Justitie verdenkt York M. en Omar T. ook van het neerschieten van een 17-jarige jongen, op 4 december 2011, in Amsterdam. Het slachtoffer, op stap met een paar anderen, werd zonder werkelijke aanleiding fors mishandeld en uiteindelijk in zijn buik geschoten. Ook dit feit ontkennen de beide verdachten. „Een flutverhaal”, aldus M. maandag tegen de rechtbank, „een flutaanklacht.”
Het proces gaat donderdag verder.