Dutchbatter heeft recht op schadevergoeding
UTRECHT (ANP) – Een oud-Dutchbatter die in 1995 aanwezig was bij de val van de Srebrenica-enclave, moet een schadevergoeding krijgen van de overheid omdat hij destijds een trauma heeft opgelopen. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste rechter op militair ambtenarenrecht, maandag geoordeeld.
Hoeveel geld de oud-Dutchbatter krijgt, is nog niet duidelijk. De minister moet daarover binnen 3 maanden een besluit nemen.
Volgens de CRvB heeft de toenmalige minister van Defensie zijn zorgplicht na de missie geschonden door de Dutchbatter onvoldoende nazorg te geven. Zo zijn de militairen na hun uitzendingsperiode 8 weken zonder enige vorm van zorg met vakantie gestuurd. De militair werd van 20 januari tot 24 juli 1995 als pionier-verkenner van Dutchbat 3 uitgezonden naar Srebrenica in het voormalige Joegoslavië. Bij de val van de enclave liep hij een trauma op, onder meer doordat een mortiergranaat vlakbij hem insloeg. Doordat adequate zorg uitbleef, lijdt de man nu aan een blijvende posttraumatische stressstoornis (PTSS).
De minister vond dat hij niet verantwoordelijk was en wees daarom een in 2000 ingediende eis tot schadevergoeding af. Eerder gaf de rechtbank in Den Haag de militair al gelijk.
De CRvB vindt dat de zorg tijdens de missie wél goed was, maar daarna niet. De manschappen waren voldoende opgeleid en getraind en het materieel was op orde toen de Dutchbatters naar het oorlogsgebied vertrokken, aldus de CRvB.