Cultuur & boeken

Nelleke Noordervliet raakt verstrikt in eigen gelijk

In het kader van het Boekenweekthema ”Gouden tijden, zwarte bladzijden” schreef Nelleke Noorder­vliet ”De leeuw en zijn hemd”. Een essay over de dubbele omgang met het Nederlandse verleden, waarin trots en schaamte elkaar afwisselen.

Dr. Arjan Nobel
25 March 2013 11:18Gewijzigd op 15 November 2020 02:40
Nelleke Noordervliet. Beeld Robert Elsing
Nelleke Noordervliet. Beeld Robert Elsing

Toenmalig minister-president Balkenende had de term ”VOC-mentaliteit” nog niet uitgesproken, of de critici vielen over hem heen. De premier, tenslotte historicus, moest toch beter weten? Roem en glorie? Hoe kon iemand zo naïef zijn? Uitbuiting, corruptie en zelfverrijking kenmerkten de eerste Nederlandse multi­national.

Twee visies op het vaderlandse verleden. Trots en schaamte, lijnrecht tegenover elkaar. Voor Nelleke Noordervliet is het duidelijk: „De geschiedenis is een hoer. Goud of zwart: het is een kwestie van perspectief.”

Journalist

Hoe komt dat toch, die tegenstrijdigheid rond de vaderlandse geschiedenis? Om die vraag te beantwoorden, reist Noordervliet als een journalist door het verleden. Ze spreekt met Rembrandt, met VOC-secretaris Pieter van Dam, met de patriottische predikant Willem Anthonie Ockerse, met SDAP-Kamerlid Van Kol en vele anderen. Steeds weer bevraagt ze hen, met de kennis van nu, op hun daden, op hun ”Nederlanderschap”.

Om vervolgens te constateren dat ook deze mensen beslissingen namen op grond van rationele afwegingen, binnen de grenzen van de toen geldende moraal. Daarin lijken ze op mensen van deze tijd. Ineens blijkt dat het goud en het zwart uit het verleden niet van elkaar te scheiden zijn.

Bestaat er dan niet zoiets als een nationale identiteit, als ”de Nederlander”? Om antwoord te krijgen op die vraag, gaat Noordervliet „in therapie” bij Johan Huizinga. Ze werpt de grote historicus voor de voeten dat Nederlanders al eeuwen moeite hebben met hun historie. Welke kwaliteiten kenmerken de Nederlander? Met die vraag weet Huizinga wel raad: „Zelfbewuste bescheidenheid, elegante soberheid, hartstochtelijke nuchterheid, opportunistische zindelijkheid. En een vleug ironie, daarmee komt u er wel. Daarmee komen wij er wel.” Met deze duidelijke, maar toch enigszins paradoxale boodschap moet de schrijfster het doen.

Dubbel gevoel

Echter, ook de lezer blijft na de laatste bladzijde van het essay achter met een dubbel gevoel. Noordervliet wil enerzijds het verleden recht doen en slechts verwonderd registreren, maar kan anderzijds niet loskomen van haar 21e-eeuwse perspectief. Wanneer ze zich verbaast over het feit dat letterkundige Albert Verwey het plaatsen van een standbeeld voor Jan Pieterszoon Coen –„een rouwdouwer en moordenaar”– dik verdiend vond, moet ze na het aanhoren van zijn antwoorden toegeven: „Het paste in de tijd. Zo simpel is het.” Maar toch wil de schrijfster er niet aan. Ze „acht het een minpunt als een kunstenaar niet aan zijn tijd kan ontsnappen, geen afstand kan scheppen, maar integendeel voorganger is in een hoogmis van hoogmoed.” En zo raakt Noordervliet alsnog verstrikt in haar eigen gelijk.

Misschien had de auteur van het Boekenweekessay toch ook nog eens een consult moeten aanvragen bij een andere historische therapeut. Bij A. Th. van Deursen bijvoorbeeld. „Het is tamelijk onvruchtbaar het verleden gevangen te houden in een dilemma van schaamte en trots. Het een noch het ander kan doel van de geschiedschrijving zijn”, zo schreef deze historicus. Als we dat doen, leggen we het verleden namelijk langs de meetlat van de eigen emoties. Dat is een hachelijke aangelegenheid. Want, zo vervolgde Van Deursen, „geschiedenis gaat niet over onszelf, ze gaat over andere mensen.”

Recht doen

Dat is een uiterst belangrijke constatering. Wie van dat besef doordrongen is, zal proberen de geschiedenis recht te doen. Niet vanuit zijn of haar eigen moraal, maar vanuit het verleden zelf. Open en eerlijk, met aandacht voor gouden tijden én zwarte bladzijden. Dat is niet eenvoudig. Maar één ding is zeker: wie dat doet, hoeft in ieder geval niet met Noordervliet „beurtelings de wijsvinger en de middelvinger” op te heffen.


Boekgegevens

De leeuw en zijn hemd, Nelleke Noordervliet; uitg. Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek/Atlas Contact, Amsterdam, 2013; ISBN 978 90 596 5195 1; 64 blz.; € 2,50. Uitgave ter gelegenheid van de Boekenweek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer