Topmusea
De ontvangst in de Nederlandse topmusea is verre van aantrekkelijk. Een langzaam voortschuifelende wachtrij is nog te voorkomen door op een niet voor de hand liggende dag te gaan. Maar dan is er nog altijd een uiterst vervelend parcours af te leggen langs de museumgarde die in tassen neust en bij piepende detectiepoortjes mag fouilleren, via kluisjes voor je bagage –je kleren mag je aanhouden – richting de kassa, waar ondanks de cultuursubsidies flink betaald moet worden. Het is dat er binnen meesterstukken wachten.
De entree afgelopen voorjaarsvakantie in een reeks Londense musea verliep plezieriger. Geen handtastelijke douane, geen kluisjes. Kassa’s waren enkel te bekennen in restaurant en shop.
Dagjes uit zullen wel duur zijn in de Engelse hoofdstad. In de vrij toegankelijke National Gallery of Art wemelde het dan ook van kleuters. De eerste aanblik van sommige zalen deed vermoeden in een wat elitair kinderdagverblijf te zijn beland. Geïnspireerd door barokke jurken die in olieverf aan de wand wapperden, bouwde een cohort Engelse pupillen mee aan een driediemensionale variant van papier. Verderop maakten enkele met kleurpotloden gewapende kleuters nietsvermoedend een kunstwerk, vrij naar een beeltenis van de bloederige en met pijlen doorstoken martelaar Sint-Sebastiaan. Ik had moeten vragen naar de drijfveer achter hun lugubere keuze. ”Whistlejacket”, het immense paard van Georg Stubbs, een zaal verder, of een van die allervriendelijkste bloemenstillevens liggen meer voor de hand. Is martelaarschap geen grotemensenthema?
In ”Room 34” was ik het liefst in kleermakerszit vooraan tussen de kinderen gekropen, maar ik stelde mij toch maar verdekt op tussen de ouders en begeleiders. Een meesterverteller zorgde voor een aangenaam theatraal oponthoud. Als in een prentenboek werden familieportretten van Sir Joshua Reynolds en landschapsschilderingen van Gainborough en Constable aan elkaar geregen tot een meeslepend verhaal vol intriges. Deels uit een dikke duim gezogen, maar –zo bleek later– voor een groot deel historisch verantwoord.
Tijd voor de evensong. Op naar de Westminster Abbey. Ook in deze gezongen kerkdienst is de Engelse jeugd actief. Ze zingen er vandaag Brahms en Mendelssohn. Had ik het imposante godshuis eerder deze dag bezocht tijdens de reguliere openstelling, dan was ik twaalf Engelse pond lichter geworden. Een zuinige Hollander wordt creatief in het dure Londen.
Terug naar Nederland. Het land waar de cultuurkaart voor jongeren ter discussie staat en waar musea misschien wel verworden tot verkapte bejaardenhuizen.