Rebellen CAR trekken weer op naar Bangui
BANGUI (AP) — President François Bozizé de Centraal-Afrikaanse Republiek is vrijdag ijlings uit Zuid-Afrika teruggekeerd nadat rebellen de steden Bossangoa en Damara hadden ingenomen. Volgens een woordvoerder van de Seleka trekken de opstandelingen op naar de hoofdstad Bangui, waar al een voorhoede zou zijn geïnfiltreerd.
Inwoners van de wijken die het dichtst bij de noordelijke poort van Bangui liggen raakten in paniek. Ze sloten hun winkels, haalden hun kinderen van school en pakten hun spullen. Banken en overheidskantoren gingen al vroeg dicht. De premier vluchtte naar een militaire basis van de regionale strijdkrachten, FOMAC geheten.
Met de inname van Damara hebben de rebellen een lijn overschreden die in januari door de troepenmacht van omliggende landen was getrokken. Seleka dreigde toen ook de hoofdstad onder de voet te lopen.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft voor vrijdag spoedberaad belegd. Hoofdaanklager Fatou Bensouda van het Internationaal Strafhof in Den Haag toonde zich eveneens ongerust over de situatie.
Eric Massi, een woordvoerder van Seleka in Parijs, zei dat president Bozizé na de ondertekening van een vredesakkoord op 11 januari in de Gabonese hoofdstad Libreville ‘de rem heeft gezet op de uitvoering van het akkoord’. Hierdoor zou de humanitaire toestand aanzienlijk zijn verslechterd. „Het begint de mensen in de Centraal-Afrikaanse Republiek te frustreren, daarom hebben de soldaten van Seleka dit besluit genomen”, zei Massi.
De 4,5 miljoen inwoners tellende CAR geldt als een van de armste landen ter wereld. Bozizé kwam in 2003 zelf aan de macht na een opstand die twee jaar had geduurd.