Netanyahu bood de excuses aan in een telefoongesprek van 30 minuten met zijn Turkse collega Tayyip Erdogan. Die accepteerde de verontschuldiging en was het met Netanyahu eens dat de relatie tussen de landen genormaliseerd moet worden. De ambassadeurs van de twee landen keren op hun post terug. Erdogans bureau publiceerde vrijdag een verklaring waarin hij het belang van de samenwerking en vriendschap tussen beide landen wordt onderstreept.

Netanyahu sprak met Erdogan op initiatief van de Amerikaanse president Barrack Obama. Die sloot vrijdag zijn bezoek aan Israël af.

De raid op het schip Mavi Marmara, dat deel uitmaakte van het internationaal hulpkonvooi Freedom Flotilla, kostte in 2009 aan negen Turkse pro-Palestijnse activisten het leven en veroorzaakte een dieptepunt in de betrekkingen tussen Turkije en Israël. Tot dan toe hadden beide landen juist op zeer goede voet gestaan. Turkije trok uit woede over het gebeurde zijn ambassadeur terug. De diplomatieke banden werden op een laag pitje gezet en de militaire samenwerking werd substantieel teruggeschroefd.

Netanyahu sprak in het telefoongesprek met Erdogan van een ‘tragisch gevolg’ van ‘operationele fouten’ in de raid op het hulpschip, een gevolg dat zeker niet in de bedoeling had gelegen.

De Israëlische premier heeft aangeboden geld te storten in een ‘humanitair fonds’, waaruit gewonden en nabestaanden van de doden een uitkering kunnen krijgen.

Een Turkse rechtbank besloot in mei vorig jaar drie hoge Israëlische militairen te vervolgen voor de de dood van de Turkse activisten op de Mavi Marmara. Dat laatste zou nu van de baan zijn.