’Verplichte EU–test chemicaliën kost 5 miljard’
Het omstreden Europese wetsvoorstel om alle chemicaliën te laten testen op gevaar voor de volksgezondheid, kost de branche hooguit 5,2 miljard euro, uitgesmeerd over een periode van elf jaar. Met die berekening probeerde de Europese Commissie, als dagelijks EU–bestuur de motor achter de wet, donderdag de industrie gerust te stellen.
De chemiebranche protesteert fel tegen de wet. De fabrikanten vrezen enorme kosten en dat in een tijd dat het slecht gaat met de economie. De branche zegt dat de kosten 7,5 miljard bedragen.
Volgens de Commissie valt het allemaal wel mee. Het testen zelf zou 2 miljard euro kosten. Daar komt 300 miljoen bij als bijdrage voor een Europees agentschap dat alle informatie moet beheren. Verdere kosten zijn volgens ’Brussel’ dat fabrikanten van eindproducten soms moeten overschakelen op nieuwe ingrediënten, omdat oude chemicaliën te gevaarlijk blijken te zijn.
Omdat dat laatste moeilijk in te schatten is, gaat de Commissie voorlopig uit van totale kosten tussen de 2,8 en 3,6 miljard euro in een waarschijnlijk scenario. In een scenario waarin relatief veel chemicaliën uit de handel moeten worden genomen, zou het gaan om 4 tot 5,2 miljard euro.
De Commissie benadrukt dat de voorstellen zoals ze er vrijwel zeker uit zullen zien, veel soepeler zijn dan de eerste ideeën die in mei zijn geopenbaard. In de eerste versie zouden de kosten voor de industrie 12,6 miljard bedragen, alleen al voor het testen. „Dat was veel meer dan we hadden gedacht", geeft een ambtenaar van de Commissie toe.
Inmiddels is besloten, tot verdriet van milieuclubs, dat het verplichte veiligheidsrapport minder uitgebreid hoeft te zijn, dat chemicaliën die in kleine hoeveelheden worden gemaakt buiten de wet vallen en dat sommige testen mogen worden vervangen door computersimulaties. Door dat alles zijn de tests zelf 10 miljard goedkoper.