Woonbootbewoner Jan heeft elke dag een vakantiegevoel
Een onverhard, doodlopend weggetje in het noorden van Amersfoort. Weldadige stilte. Een fazant scharrelt rond. Wasgoed wappert tussen de kale bomen. Rechts verrijst het nieuwe Meanderziekenhuis, links kabbelt de Eem. Vier woonboten liggen op rij. De derde is van Jan. „De krant verschijnt ook op internet? Dan liever geen achternaam.”
Jan (60) komt van ver. Van Terschelling. Hij houdt van de vrijheid. Een vriendin lokte hem lang geleden naar de keistad. „We gingen in een rijtjeshuis wonen, in het Soesterkwartier.” Hij rilt. „M’n buurman dealde. Daarom zijn we weggegaan.”
Waarheen was geen vraag. „Een schoolvriend woonde op een boot. Dát wilde ik ook.” Inmiddels bivakkeert Jan al dertig jaar op het water. Met een breed gebaar: „Ik heb hier rust en ruimte. Deze boot bezorgt mij elke dag een vakantiegevoel. Ik heb van niemand last, niemand heeft last van mij. Terug naar een rijtjeshuis? Nooit meer!”
Buiten het water, binnen een zee aan ruimte. De ark –„zelf ontworpen, daarna laten bouwen in Friesland”– bevat een woonkamer met balkenplafond en ronde ramen, een moderne keuken en een hal, tegelijk kantoor. In de buik van de boot bevinden zich drie slaapkamers, een badkamer „en een technische ruimte, boordevol slangen en apparatuur.”
In de woonkamer prijkt een antieke jukebox. Jan: „Ik ben een grote fan van muziek uit de jaren zestig. Als m’n buurman een feestje geeft en lawaai maakt, zet ik m’n jukebox aan.”
De bootbewoner schuift een paneel naast de afzuigkap in de keuken opzij. „Kijk, hier zit een raam. Zelfgemaakt. Mooi hè, dat uitzicht?” Buiten is een kolossale blauw-witte betoncentrale te zien. „Ik houd van industriële vormgeving”, verklaart de interieurbouwer en handelaar in designmeubels.
Is wonen op een boot behelpen? Jan lacht. „Ik heb gas, licht, water, en overal vloerverwarming. Ik ben volledig selfsupporting. Het was een heel gedoe om het zover te krijgen, zeg ik eerlijk. Ik moet constant op m’n qui-vive zijn. Als ik wegga, kijk ik altijd even naar de touwen. Zitten ze nog vast?”
Jan voelt zich op z’n boot als een vis in het water, maar hoe lang nog? „Het nieuwe ziekenhuis zit mij niks in de weg. Ik heb er wel last van dat de dijk aan de overkant wordt verlegd, er een rij bomen wordt gekapt en er een fietspad komt. Dat geeft drukte. Daar houd ik niet van. Ook wil de gemeente dat onze woonboten dichter bij elkaar komen te liggen. Daar ga ik me met de buren flink tegen verzetten.” Dreigend: „We hebben een goede advocaat.”
Zijn woonbootbewoners een beetje apart? „Dat denken mensen, hè?” reageert Jan. „Nou, vroeger misschien wel. Het waren vaak van die kunstzinnige types. Nu niet meer. Wonen op een boot is populair, onder alle soorten mensen. Ik krijg geregeld voorbijgangers aan de deur die enthousiast vragen: Hoe kom je aan zo’n boot, aan zo’n fantastische plek?”
Dit is het eerste artikel in een serie over woonbootbewoners.