Halverwege de handelssessie stond de Dow-Jonesindex 0,7 procent lager op 14.413,16 punten. De S&P 500-index, die woensdagavond nog in de buurt kwam van een recordstand, daalde 0,7 procent tot 1547,51 punten. De Nasdaq verloor 0,9 procent tot 3225,58 punten. De door technologiefondsen gedomineerde graadmeter werd vooral gedrukt door Oracle, dat 9 procent verloor na de presentatie van tegenvallende kwartaalcijfers.

Een uur voor de opening van Wall Street werd bekendgemaakt dat 336.000 mensen vorige week voor het eerst een aanvraag voor een werkloosheidsuitkering indienden. De stijging van 2000 aanvragen ten opzichte van de voorgaande week viel lager uit dan de 340.000 aanvragen waarop economen in doorsnee rekenden.

Vlak na de opening kwam het nieuws dat er in februari op jaarbasis 4,98 miljoen huizen zijn verkocht in de VS. Hoewel economen op 5 miljoen stuks rekenden, putten beleggers moed uit het feit dat het om het hoogste aantal sinds november 2009 gaat. Rond dezelfde tijd werd duidelijk dat de industriële bedrijvigheid in het centrale deel van de Amerikaanse oostkust flink is toegenomen. De bedrijvigheidsindex van de Federal Reserve Bank of Philadelphia steeg van min 12,5 in februari naar plus 2 in maart. Economen hadden verbetering tot min 3 voorspeld.

Behalve de perikelen rond Cyprus kwam uit Europa juist een tegenvallend cijfer over de industrie. De Duitse industrie toonde in maart onverwacht een krimp en de terugval in Frankrijk was sterker dan verwacht. „Het slechte nieuws uit Europa komt en gaat en heeft bij vlagen invloed op de markt. Vandaag is dat het geval”, aldus een beleggingsstrateeg.