De AEX-index sloot 0,6 procent lager op 352,41 punten en de MidKap-index van middelgrote fondsen daalde 0,2 procent tot 532,24 punten. De CAC 40 in Parijs verloor 1,4 procent en de graadmeters in Frankfurt en Londen leverden respectievelijk 0,9 en 0,7 procent in.

De Cypriotische overheid zoekt koortsachtig naar manieren om 5,8 miljard euro bijeen te schrapen in ruil voor 10 miljard euro aan noodsteun. Het voorstel van de geldschieters om dat te bewerkstelligen met een heffing op spaartegoeden sneuvelde dinsdag in het parlement. Naar verluidt wordt donderdagavond gestemd over de oprichting van een solidariteitsfonds ter waarde van 4,8 miljard euro. Dat geld wordt bijeengebracht door de orthodoxe kerk, pensioenfondsen en staatsinstellingen en is bedoeld als onderpand voor de noodlening. De centrale bank van Cyprus zal een deel van zijn goudreserves inbrengen. Waar het resterende miljard vandaan moet komen is onduidelijk.

De Europese Centrale Bank (ECB) maakte de Cypriotische regering en volksvertegenwoordiging donderdag duidelijk dat er maandag een oplossing op tafel moet liggen. Anders zal de ECB de verstrekking van noodkredieten aan de banken op het eiland staken. Die leunen zwaar op dat geld.

Het Britse onderzoeksbureau Markit maakte halverwege de ochtend bekend dat de bedrijvigheid in de industrie van het eurogebied in maart verder is afgenomen. Beleggers schrokken vooral van de cijfers over de economische grootmachten Duitsland en Frankrijk. De bedrijvigheid in de Duitse industrie daalde onverwacht en in Frankrijk was de terugval sterker dan verwacht.

Uitzender Randstad stond onderaan in de AEX met een min van ruim 3 procent na een negatief analistenrapport van de Zwitserse bank UBS. Bodemonderzoeker Fugro was de grootste stijger met een winst van 1,9 procent.

De euro stond onder druk vanwege de zwakke industriecijfers uit de eurozone en was 1,2910 dollar waard, tegen 1,2955 dollar bij het slot van de Europese beurzen op woensdag. De prijs van Amerikaanse olie daalde 0,8 procent tot 92,69 dollar per vat. Brentolie werd 1 procent goedkoper, op 107,61 dollar.