De chemische verbinding was afkomstig van DSM, die het goedje een jaar lang in de rivier loosde. Of de stof gevaarlijk is voor de mens is niet bekend. De winning is afgelopen vrijdag hervat.

Dat hebben het Zuiveringschap Limburg en de waterleidingmaatschappij donderdag laten weten. De vervuiling werd op 8 augustus ontdekt. WML stopte meteen met het winnen van water uit de rivier. In plaats daarvan werd grondwater opgepompt en gebruikt.

De vervuiling kwam aan het licht door de lage waterstanden van de Maas, waardoor de concentraties van de vreemde stof toenamen. Rijkswaterstaat spoorde de bron van de vervuiling op, waarna DSM op 10 september stopte met de lozingen na een vordering van het zuiveringschap.

DSM loosde de stof volgens WML sinds april 2002 in de Maas. Na het stoppen duurde het nog een maand voordat de stof uit de Maas was verdwenen: door de lage waterstanden op dat moment kon zij niet snel worden verdund en afgevoerd. DSM heeft het productieproces inmiddels gewijzigd, de onbekende stof wordt nu verbrand.

Het oppompen van grondwater levert voor WML een forse kostenpost op, omdat over grondwater, in tegenstelling tot Maaswater, belasting moet worden betaald. WML gaat dit waarschijnlijk niet bij DSM claimen. „DSM heeft ook flinke kosten gemaakt om het probleem op te lossen”, aldus een woordvoerder.

Volgens de zegsman van het waterbedrijf heeft DSM op zich niets fouts gedaan: de geloosde stof komt niet voor op een door het zuiveringschap opgesteld lijstje van stoffen die niet in de Maas geloosd mogen worden. Het kan nog maanden onderzoek kosten voordat vaststaat om wat voor soort moleculenstructuur het gaat.

DSM kon donderdagmorgen nog niet reageren.