Saudi’s uitgekeken op aanwezigheid VS
Saudi-Arabië begint uitgekeken te raken op de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het land.
Volgens The Washington Post bestaat de kans dat het de Amerikanen zal vragen hun koffers te pakken. Als de Amerikanen klaar zijn met hun oorlog in Afghanistan, zou er een vorm van militaire samenwerking kunnen komen die minder in het oog springt, aldus de krant.
De Amerikaanse president Bush wil de Amerikaanse aanwezigheid in Saudi-Arabië handhaven. „De president gelooft dat de huidige regelingen goed werken”, zei zijn woordvoerder vrijdag. Onderminister Victoria Clarke liet zich eerder in dezelfde zin uit. De VS hebben op dit moment 5000 militairen in het land.
Er zijn verschillende redenen waarom Saudi-Arabië de Amerikanen liever ziet vertrekken. Een daarvan is dat ze militair gezien graag op eigen benen staan en niet afhankelijk willen zijn van Amerikaanse hulp. In de binnenlandse politiek wordt de Amerikaanse aanwezigheid vooral gezien als een politieke verplichting, zo meldden Saudische regeringsfunctionarissen.
Ook de kwestie Irak speelt mee. De Amerikanen proberen de Iraakse leider Saddam Hussein nog steeds onder de duim te houden en veel Saudiërs vinden het niet prettig dat dat mede vanaf hun grondgebied gebeurt. Ze beschouwen Irak niet als een grote bedreiging in de regio. Eerder dit jaar gaf Saudi-Arabië de VS te verstaan dat ze geen aanvallen op Irak uit mochten voeren vanaf Saudisch grondgebied.
Een eventueel vertrek van de Amerikanen zou de van oorsprong Saudische Osama bin Laden in de kaart spelen. Hij heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij de VS graag uit zijn geboorteland ziet vertrekken.
De hoofdverdachte van de aanslagen in de VS heeft de koninklijke familie van Saudi-Arabië door de mangel gehaald vanwege de aanwezigheid van Amerikaanse militairen. Saudische functionarissen benadrukken dat er geen overhaaste beslissingen zullen worden genomen. De Saudische kroonprins Abdullah zou niet de indruk willen wekken dat hij bezwijkt voor de druk van Bin Laden.
Amerikaanse troepen werden in 1990 naar Saudi-Arabië gestuurd toen beide landen vreesden voor een Iraakse inval in Koeweit. Riyad en Washington hebben nooit een formele overeenkomst getekend over de aanwezigheid van Amerikaanse soldaten. Een Saudische functionaris zegt in de Washington Post dat de Amerikanen hadden beloofd weer weg te gaan „als de klus is geklaard.” De Saudiërs gingen ervan uit dat de VS doelden op de bevrijding van Koeweit, dat in augustus 1990 door Irak onder de voet werd gelopen. Veel Amerikaanse functionarissen zijn echter van mening dat er nog werk aan de winkel is zolang Saddam Hussein in Irak de dienst uitmaakt.
De afgelopen tijd hebben de Saudiërs de Amerikaanse bewegingsvrijheid beperkt. Om die reden besloten de VS in 1999 twintig gevechtsvliegtuigen terug te halen uit Saudi-Arabië.
De Filipijnse regering en de volksvertegenwoordiging zijn volgens verscheidene Aziatische media sterk verdeeld over de rol die Amerikaanse militairen moeten spelen bij de strijd tegen de moslimrebellen van Abu Sayyaf. Washington zal met toestemming van Manilla in totaal 650 militairen naar het Aziatische land dirigeren, onder wie 160 elitetroepen.
Tientallen Amerikaanse militairen zijn al op de Filipijnen. Formeel worden de bewapende Amerikanen gestationeerd om trainingen te geven, maar veel critici verwachten dat ze direct betrokken zullen worden bij acties tegen de rebellen in de zuidelijke Filipijnen. De Amerikanen zullen in elk geval meedoen aan „militaire oefeningen” op het eiland Basilan, een bolwerk van Abu Sayyaf.
De Amerikaanse militaire aanwezigheid in de Filipijnen is voorzover bekend wat aantal militairen betreft de belangrijkste militaire operatie tegen terroristische groepen naast de troepenmacht die in en rond Afghanistan actief is. Abu Sayyaf, die op Basilan onderen anderen twee Amerikanen in gijzeling houdt, wordt ervan verdacht banden te hebben met het al-Qaida-netwerk van Osama bin Laden.
Verscheidene oppositieleden, vooraanstaande ex-politici en naar verluidt ook vice-president Teofisto Guingona vinden dat de Amerikanen op geen enkele wijze bij gevechtshandelingen betrokken moeten worden. De oppositie heeft er ook op gewezen dat de Filipijnse grondwet een actieve militaire rol van buitenlandse strijdkrachten in het land verbiedt.
President Gloria Macapagal Arroyo heeft steeds benadrukt dat de Amerikaanse militairen alleen trainingen zullen geven en niet gaan meevechten. Een adviseur van de president maakte vrijdag evenwel bekend dat Manilla en Washington de precieze activiteiten nog altijd onderling bespreken. Het zal volgens hem in elk geval nog drie maanden duren voordat Amerikaanse militairen meegaan op patrouilles in de rebellengebieden.