Dat is de belangrijkste conclusie van een groep vogelpestdeskundigen van over de hele wereld, die deze week bijeenkwamen in Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). Woensdag presenteerden ze hun aanbevelingen.

G. Koch van onderzoeksinstituut CIDC-Lelystad, een van de deelnemers aan het congres, zei dat vermindering van de hoge concentratie van bedrijven de voorkeur van de wetenschappers heeft. Hij constateerde echter dat er geen wettelijke basis bestaat om spreiding van bedrijven mogelijk te maken.

Vermindering van het aantal bedrijven zit er op korte termijn ook niet in, verwacht hoogleraar epidemiologie J. A. Stegeman, verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij liet desgevraagd weten groot voorstander te zijn van vaccinatie bij een volgende epidemie. Vaccinatie levert volgens hem geen gevaar op voor de volksgezondheid en vormt nauwelijks een bedreiging voor de export van Nederlandse kipproducten.

De wetenschappers bepleiten de oprichting van een vaccinbank, zodat bij een uitbraak snel de juiste vaccins beschikbaar zijn. Ook moeten trekvogels en watervogels, belangrijke verspreiders van het vogelpestvirus, wereldwijd beter in de gaten worden gehouden.

Vanuit „veterinair-technisch” oogpunt is het verstandig om pluimvee binnen te houden, stelde Koch woensdag. De kans op besmetting door wilde vogels is dan zo klein mogelijk. De vraag is echter of dit maatschappelijk aanvaardbaar is. Risicobedrijven, waar pluimvee op grote schaal in de buitenlucht wordt gehouden, zouden hun onderlinge contacten moeten beperken.

Of vogelpestbestrijders en boeren bij een volgende uitbraak standaard antivirale middelen moeten slikken, valt volgens Koch nog maar te bezien. Een volgende variant van het virus zou minder besmettelijk voor de mens kunnen zijn.