Binnenland

Huisvestingskosten soms ondraaglijke last voor voedselbanken

ELBURG – Voedselbanken hebben het moeilijk. Ook op het platteland doen steeds meer Nederlanders een beroep op ”de snelst groeiende banken van Nederland”. Die hebben soms moeite om zelf rond te komen. Een beeld van twee Veluwse voedselbanken in crisistijd.

Gijsbert Wolvers
19 March 2013 16:03Gewijzigd op 15 November 2020 02:34
Secretaris Arie-Jan van Oort (r.) en een vrijwilligster in de Voedselbank Elburg/Oldebroek. Foto Sjaak Verboom
Secretaris Arie-Jan van Oort (r.) en een vrijwilligster in de Voedselbank Elburg/Oldebroek. Foto Sjaak Verboom

De Voedselbank Elburg/Oldebroek bestaat nog maar een jaar. Bij de start waren er 35 cliënten. Inmiddels zijn er zo’n 130 adressen met 300 mensen in de Noord-Veluwse plaatsen afhankelijk van de voedselbank, vertelt secretaris Arie-Jan van Oort.

Van een „succes”, zoals deze krant in oktober vorig jaar kopte, wil hij echter niet spreken. „Dit gebeurt nota bene in de plattelandsgemeenten Elburg en Oldebroek.”

De oorzaak ligt in de crisis. „Veel werknemers en zzp’ers in de bouw en de dienstverlening raken werkloos. Mensen vallen door een echtscheiding financieel omver. Ze kunnen bijvoorbeeld hypotheekverplichtingen niet meer nakomen. Dit gebeurt van hoog tot laag op de sociale ladder.”

Ook directeur Thea van Amersfoort van de Voedselbank Vaassen/Epe/Heerde ervaart dat de vraag naar voedselpakketten toeneemt. Toen haar man en zij 5,5 jaar geleden met hun liefdadigheidswerk begonnen, waren er 32 gezinnen die deze vorm van hulp nodig hadden. Inmiddels zijn dat er 80 à 90, afkomstig uit de gemeenten Epe en Heerde, met als kernen onder meer ook Vaassen, Emst en Wapenveld, en een enkeling uit ’t Harde en Oene.

Schrijnende verhalen hoort Van Amersfoort over gezinnen die het nodig hebben. „Ik schrik er iedere keer weer van. Kinderen die met een lege maag naar school moeten, terwijl hun klasgenootjes met lunchpakket, appel en Fristi naast hen zitten. Ik ken een gezin dat at uit de vuilnisbakken van de buren.”

Als mensen worden ontslagen of arbeidsongeschikt raken, redden ze het meestal nog wel een halfjaar of een jaar, is Van Amersfoorts ervaring. „Maar dan belanden ze, totaal onbemiddeld, in de bijstand en komen ze vaak ook bij ons terecht. Sommigen hebben per week nog maar 15 of 20 euro te besteden.”

Daarmee voldoen ze wel aan de bijstandscriteria die beide erkende voedselbanken moeten hanteren om mensen in aanmerking te laten komen voor een wekelijks voedselpakket: maximaal 180 euro netto-inkomen per maand, 60 euro extra als er een partner bij is en 50 euro voor elk kind in het gezin. „Ook zonder intake geven we een pakket. Niemand hoeft honger te lijden”, stelt Van Oort.

Ondertussen beleven beide voedselbanken in financieel opzicht zelf ook zware tijden. Met name de kosten van de opslag van de levensmiddelen kunnen een ondraaglijke last worden.

Bij de voedselbank van Vaassen/Epe/Heerde is de nood acuut. Tot eind deze maand betaalde de Apeldoornse gehandicapteninstelling De Passerel de huur van een hal op een industrieterrein in Vaassen. Door bezuinigingen kan die de maandelijkse kosten van 30.000 euro niet meer opbrengen.

Eind vorig jaar stuurde de voedselbank een brandbrief naar de gemeenten Epe en Heerde. Inmiddels lopen er besprekingen met beide gemeentebesturen. Thea van Amersfoort heeft goede hoop dat die op tijd bijspringen. „Maar de onderhandelingen lopen nog.”

De voedselbank van Elburg/Oldebroek heeft nog tot eind dit jaar gratis huisvesting. „We hebben echter geen structurele inkomsten om onze vaste lasten te dragen”, constateert Van Oort. „De vaste lasten –elektriciteit, water, brandstof– moeten we uit giften betalen.”

Bij deze voedselbank is het vervoer een knelpunt. „Bij de start kregen we van een rotaryclub een gratis koelauto”, zegt Van Oort. „Door de enorme vraag hebben we echter een grotere nodig.”

Kosten: 20.000 euro. Het bestuur doet daarom voor deze post een beroep op de gemeenten Oldebroek en Elburg.

Ook de Voedselbank Vaassen/Epe/Heerde moet het wat het vervoer betreft het van giften hebben. „We hebben weliswaar een eigen koelbus, maar huren ook twee sterk gesponsorde busjes”, vertelt Van Amersfoort.

Beide bestuurders roemen de steun van de vele vrijwilligers en de kerken in de gemeenschappen. De voedselbanken gebruiken kerkgebouwen voor de voedselverstrekking. Ook krijgen ze regelmatig grote bedragen van diaconieën. Van Amersfoort: „Alle dertig kerken in ons voedingsgebied steunen ons. Geweldig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer