Onmogelijk
Jesaja 53:10b
„Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.”
Laten we dit vooral overwegen: er bestond een droevige onmogelijkheid voor ons om het eeuwige leven te verkrijgen, zonder Zijn lijden en zonder Zijn neerdalen van de hemel op de aarde. Wij waren gebonden in de banden van een drievoudige onmogelijkheid om zalig te worden, indien Hij niet genadiglijk op Zich had genomen die voor ons te verwerven.
Ten eerste was het onmogelijk door de krachteloosheid van de wet. Ten tweede was het onmogelijk vanwege de krachteloosheid van onze natuur. Ten derde was er een krachteloosheid door de zondigheid van onze natuur. „Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven” (Romeinen 5:6). Zijn gezegende en gewillige armen hebben deze onmogelijkheden liefelijk opgelost. Hij heeft een verse en levende weg ingewijd, opdat wij zouden ingaan in het heiligdom, door Zijn bloed. Wij geven u een overweging mee, waardoor wij inzicht mogen verkrijgen in de wonderlijke liefde van Christus tot Zijn Kerk, die gebleken is in Zijn opvatten van dat gezegend plan van verlossing. Er was er slechts Eén in hemel en op aarde Die dit werk op Zich kon nemen. Dit maakt de verborgenheid groot! Indien er een grote menigte van personen was geweest die het had kunnen uitvoeren, dan was Zijn liefde niet zo wonderlijk geweest. Maar er was er slechts Eén, God de Zoon. Hij alleen was bekwaam en gewillig.
Andrew Gray, predikant te Aberdeen
(”All the Works”, 1839)