Nederlandse bloemenwinkel gesloten door crisis Griekenland
Bloemenwinkel Anthodesmos opende veertien jaar geleden zijn deuren in een van de drukste winkelstraten van de Griekse stad Piraeus. Met een Nederlandse en een Griekse eigenaar bracht de winkel het beste uit twee culturen samen. Het werd een succes, maar toch viel deze maand het doek. De ondergang van de winkel staat symbool voor het uitknijpen van het midden- en kleinbedrijf in Griekenland.
Het is 1998. Vassilis wil niet dat zijn kinderen zich hem zullen herinneren als „die man die zo nu en dan thuis was.” Hij vaart en is veel van huis. Apostoli en Anna gaan naar de kleuterschool. Vooral in de zomer zien ze hun vader soms wekenlang niet. Vassilis voegt de daad bij het woord en stapt aan wal.
We vinden in 1999 in Piraeus een klein winkelpand in een drukke straat, waar ook veel kantoren gevestigd zijn. Het lijkt ons geschikt voor een bloemenwinkel. We betalen de vorige huurder 2 miljoen drachme (6000 euro) aan goodwill, wat in die tijd heel gebruikelijk is. In de drukste straten kan het uitkopen van een huurder wel 40 tot 50 miljoen drachme kosten.
Vassilis plaatst nieuwe deuren en ramen, legt tegels, en binnen twee maanden is het pand omgetoverd in Hollandse sferen, compleet met ‘oude’ steentjes op de muren. Later horen we via een Nederlandse handelaar dat onze winkel bij de bloemengroothandel ”het winkeltje met de steentjes” genoemd wordt.
In september 1999 opent de ”Nederlandse bloemenwinkel in het hart van Piraeus” officieel zijn deuren. Vrienden, familie van Vassilis en buren komen de opening van onze nieuwe onderneming vieren, en ook mijn vader en moeder reizen ervoor naar Griekenland.
Hollandse bloemen
Met een minimum aan budget en met beschilderde fruitkisten in de etalage maken we de start en vullen we de winkel met de meest aparte bloemen- en plantensoorten. Alles is verkrijgbaar bij de groothandel. En als het er niet is, bestellen we het. Als in Nederland geschoolde bloemiste richt ik de etalage in in Hollandse stijl.
Het Griekse publiek blijkt een groot liefhebber van bloemen en planten en de bloemstukken en boeketten gaan als warme broodjes over de toonbank. Ook de kleine klanten kopen graag een bosje tulpen, een Kaaps viooltje of een enkele roos. Maar vooral de boeketten zijn een succesformule van Anthodesmos.
De locatie van de winkel blijkt een goede keuze te zijn en we krijgen allerlei soorten klanten: banken, advocaten en scheepvaartkantoren, maar ook winkeliers, personeel dat in de buurt werkt en voorbijgangers. Binnen een paar maanden hebben we een opslagplaats annex werkplaats nodig en kunnen we het ons permitteren een klein bedrijfsbusje aan te schaffen om versieringen voor bruiloften te vervoeren.
In deze tijd, nu veertien jaar geleden, heeft bijna iedereen geld voor bloemen. Mensen die iedere week een bloemetje voor thuis aanschaffen, zijn in Griekenland altijd een zeldzaamheid geweest, maar bij speciale gelegenheden –op feestdagen, verjaardagen, naamdagen en bij een geboorte– worden er veel bloemen gekocht. Ook de gewone man, met een veel lager loon dan in Nederland, kan zich een bloemetje permitteren.
De winkel loopt als een tierelier en we krijgen veel grote opdrachten, zoals het aankleden van zakelijke evenementen en het maken van versieringen voor schepen en voor bruiloften. We huren een grotere werkplaats. Het is nauwelijks bij te benen, ook als we op drukke dagen een freelancebloembindster inschakelen en twee extra bezorgers. We ruilen ons kleine Suzukibusje in voor een groter voertuig.
In 2001 heeft er een kleine verschuiving plaats als we de drachme inruilen voor de euro. Alles wordt ineens stukken duurder en mensen met lage lonen hebben geen geld meer voor bloemen.
De wisseling van de munteenheid wordt uitgebuit. De prijs van een flesje water gaat bijvoorbeeld van 60 drachme naar 60 eurocent. Dat is drieënhalf keer zo veel. Maar de economie ziet er nog steeds rooskleurig uit, onze klantenkring groeit en fluitend gaan we verder met het maken van boeketten, het opfleuren van bruiloften en het versieren van schepen.
Crisistijd
Eind 2008 gooit de crisis bij de Amerikaanse bank Lehman Brothers, die ook Griekenland treft, roet in het eten. Onze omzetten dalen. Maar nog steeds kunnen we rondkomen van onze bloemenwinkel, al halen we de broekriem wat aan.
Economen voorspellen dat de economie eind 2010 weer zal aantrekken. De crisis is maar tijdelijk, denken ook wij. Maar de crisis houdt aan en is het gesprek van de dag geworden. In de media wordt het crisisnieuws breed uitgemeten, wat funest is voor de handel.
Als op 6 december 2008 een 16-jarige jongen door een politieman wordt gedood, gooit het Griekse volk alle onvrede eruit. De hoofdstad Athene staat in brand en ook in andere plaatsen gaan mensen massaal de straat op, gewelddadig rebellerend tegen de politieke macht. Het klimaat wordt grimmiger en de handel ligt –midden in december– plat.
In de zomer van 2009 wordt Giorgos Papandreou, die campagne voerde met de slogan ”Er is geld!”, gekozen tot minister-president. Al gauw blijkt zijn motto een leugen. Griekenland is zo failliet als een landloper. Zieken- en pensioenfondsen blijken slecht bij kas te zitten en er moet bezuinigd worden. De bevolking wordt steeds onrustiger en verwijt de regering haar geld te hebben verkwanseld. Waarom moeten wij inleveren, terwijl we een levenlang premies betalen, vragen Grieken zich af, en: Wat is er met ons geld gebeurd? Steeds meer schandalen waarbij politieke figuren betrokken zijn, komen aan het licht.
- De zwartste januari voor Anthodesmos breekt aan. De omzetten kelderen. Het optimisme van begin 2009 heeft plaatsgemaakt voor grote onzekerheid en onrusten. Iedereen –opgehitst door de media, die dit bericht maar blijven herhalen– is bang dat het land failliet zal gaan. Velen halen hun geld van de bank en stoppen het in een oude sok of een matras. Het aantal inbraken stijgt. De mensen geven nauwelijks nog geld uit, en zeker niet aan een extraatje als bloemen.
Vassilis pikt zijn oude beroep als schipper op zeilboten weer op. Ik run, geholpen door Apostoli en Anna, de bloemenwinkel in de zomermaanden zonder Vassilis. Zo redden we samen de inkomsten van huize Spiliotopoulos, de eindjes aan elkaar knopend. Om ons heen beginnen steeds meer winkels de deuren te sluiten: kledingzaken, een boekhandel, de winkel naast ons die leren tassen verkoopt, en het koffietentje aan de overkant.
Onzekerheid
In de lente van 2010 gaat de regering in zee met het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat de banken redt met leningen. Bezuinigingsmaatregelen treden in werking en grote demonstraties op het Syntagmaplein in Athene volgen. Het volk wil niets te maken hebben met de leningen. ”Eruit met het IMF”, staat er op hun spandoeken, en in de richting van het parlementsgebouw schreeuwen ze: „Dieven!”
Apostoli en Anna zijn vaak te vinden bij de vreedzame demonstraties, die iedere dag plaatsvinden. Zij horen bij de crisisgeneratie en hun hart bloedt om wat er met hun land gebeurt. Ze willen erbij zijn, zich een mening vormen. Er wordt veel gediscussieerd op het Syntagmaplein en een groep ”aganaktismeni” (verontwaardigden) bivakkeert er maandenlang.
De onrust groeit, er wordt voortdurend gestaakt en de omzetten blijven maar zakken. Het is een tijd van de vele gesprekken. Klanten blijven een tijdje praten over hun ervaringen met de crisis. In sommige winkels lijkt het wel een politieke vergadering. Op straat scholen groepjes druk discussiërende mensen samen. Ik luister, nu en dan verkoop ik nog iets, maar grote opdrachten voor bijvoorbeeld bruiloften blijven uit.
De nieuwe generatie zoekt een uitweg en vertrekt naar het buitenland. Van degenen die blijven, is bijna de helft werkloos. Iedereen is bezorgd over de toekomst. Velen hebben de hoop totaal verloren.
In 2011 zakken onze omzetten langzaam maar zeker verder af, terwijl er nieuwe belastingen bij komen voor ondernemers. Veel collega-winkeliers zitten dik in de schulden. Ze moeten kiezen: sluiten of leven van het geld dat ze verschuldigd zijn aan huur, premies of belastingen.
Zelf leven we bijna volledig van het schipperswerk van Vassilis. Steeds vaker praten we erover om de bloemenwinkel te sluiten. De deadline schuiven we echter steeds voortdurend voor ons uit. Het blijkt toch moeilijker dan we gedacht hadden om de winkel, die we steentje voor steentje opgebouwd hebben, voorgoed te sluiten. Om ons heen gaan de lichten bij steeds meer winkels uit. Bedrijven vallen bij bosjes om. Iedere maand worden er 30.000 werknemers in de private sector ontslagen.
Kommer en kwel
Het jaar 2012 breekt aan. We besluiten de winkel open te houden, omdat we nog steeds alle uitgaven kunnen betalen en ik nog een jaar mijn pensioenpremie moet opbrengen om –ooit– een Grieks basispensioen te kunnen krijgen. Het zou jammer zijn dit te verliezen.
Het is een jaar van bezuinigingen, ontslagen en belastingverhogingen. Stroom, benzine en stookolie worden duurder. Steeds meer Grieken leven van geleend geld.
Het is nauwelijks meer mogelijk een grotere opdracht te krijgen. Zelfs trouwerijen vinden nu meestal plaats op het gemeentehuis, en niet zoals volgens de traditie in de kerk, vanwege de daarmee samenhangende kosten. Bedrijven zien af van relatiegeschenken, zoals een mooie plant of een bloemstuk. Ook voor de groothandel is het kommer en kwel: een groot aantal bedrijven sluit de deuren. De overgebleven ondernemingen importeren een minimum aan materialen. Aparte bloemen en materialen, waarom onze winkel bekendstaat, zijn nauwelijks meer verkrijgbaar.
Apostoli vertrekt in september voor een studie naar Nederland. Vassilis begint een opleiding tot ”yacht master”, om zijn kans op werk te vergroten. Het geeft hem hoop hiermee bezig te zijn, in een tijd dat het aantal mensen met depressiviteit en ook het aantal zelfmoorden stijgen.
Ook Anna begint plannen te maken om na haar examenjaar in Nederland te gaan studeren. Zelf sleep ik me door de crisis en de eindeloze winkeluren heen door bijdragen voor Nederlandse kranten te schrijven. Ik doe mijn best ook de lichtpuntjes te laten zien, evenals de gezichten achter de negatieve berichtgeving.
- Hoewel we ons in het epicentrum van de crisis bevinden, voorspelt minister-president Samaras dat de mist van de recessie aan het eind van het jaar zal optrekken. Voor ons begint 2013 goed. In tegenstelling tot het vorige jaar maken we in januari winst. We krijgen weer hoop, maar in februari is die alweer vervlogen.
Vooruitkijkend zien we dat Pasen dit jaar laat valt: begin mei. De vastentijd, veertig dagen voor Pasen, begint eind april. Volgens de Grieks-orthodoxe traditie wordt er in de vastentijd niet getrouwd, gedoopt of feest gevierd. We zullen dit gat moeten overbruggen. Een paar maanden later ontstaat het volgende probleem: dat van de zomer met zijn temperaturen rond de 40 graden.
Zonder grote opdrachten zullen we het niet gaan redden. We hakken de knoop door, om het hoofdstuk ”Anthodesmos” zonder kleerscheuren –schulden– af te kunnen sluiten, en doen alles wat we nog hebben in de uitverkoop.
Vel papier
Op een vel papier dat we op de winkelruit hangen, schrijft Vassilis een bedankje aan alle klanten die ons de afgelopen veertien jaar gesteund hebben. Daarboven schrijft hij: „Belastingdienst, ziekenfondsen, pensioenfondsen en andere vampiers, het spijt ons, maar we hebben besloten niet meer voor jullie te werken.”
Deze tekst blijkt veel Grieken uit het hart gegrepen. Voorbijgangers blijven staan, discussiëren voor onze etalage en maken foto’s. Binnen een dag circuleren de foto’s op internet, waar de discussie wordt voortgezet.
Het midden- en kleinbedrijf was altijd de ruggengraat van de Griekse economie en zorgde voor 37 procent van het nationale inkomen. De bezuinigingsstrategie van de Griekse regering is zeer eenzijdig gericht op belastingverhogingen, wat niet in het belang is van de economie. Juist nu heeft het land een concurrerend bedrijfsleven nodig.
De mensen kunnen steeds minder uitgeven. Het plukken van armen en gepensioneerden lijkt geen einde te hebben. Kleine bedrijven krijgen geen leningen meer, de belastingwetgeving verandert vele malen per jaar. Duizenden bedrijven overleven deze politiek niet en ook Anthodesmos legt het loodje. We zijn de veertiende gesloten winkel in onze straat.
Grieks dagboek
Geertje Spiliotopoulou (45) woont met haar man Vassilis (54), zoon Apostoli (18) en dochter Anna (17) in Piraeus, dé havenstad van Griekenland, vlak bij Athene. Ze runden er tot voor kort een bloemenwinkel: Anthodesmos. De ingrijpende bezuinigingen treffen de Griekse bevolking hard. Ook Geertje ervaart dat aan den lijve. Elke woensdag schrijft ze op de economiepagina van het Reformatorisch Dagblad over haar ervaringen. Onlangs moesten ze na veertien jaar hun winkel sluiten.