De eisen zijn hoger dan de eisen van het OM in 2010 bij de rechtbank. Toen vroeg de officier van justitie om 5 jaar cel voor beide mannen. Zij kregen toen beiden 3,5 jaar celstraf en mochten ook vijf jaar lang niet meer optreden als financieel dienstverlener. Zowel het OM als de verdachten gingen in hoger beroep.

De eisen vallen nu hoger uit omdat de advocaat-generaal de ernst van de verdenking iets anders weegt dan de officier van justitie bij de rechtbank. „Ze hebben geen enkele spijt betuigd, er is heel weinig geld teruggekomen en er heersen maatschappelijke gevoelens dat dit soort feiten zwaarder bestraft zouden moeten worden”, lichtte een woordvoerster toe.

K. en V. worden verdacht van onder meer oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. K. en V. gaven leiding aan PR-Invest en het latere Palm Invest. Daarin investeerden ruim 400 beleggers 31 miljoen euro. Volgens het OM spiegelden de verdachten hun beleggers rendementen van 9 procent voor. Het geld zou worden belegd in vastgoed in Dubai, maar dat bleek later maar enkele miljoenen te zijn, betoogde de advocaat-generaal. De rest zou zijn opgegaan aan privégoederen van de verdachten, zoals huizen, boten en auto’s.

„Het geld is grotendeels verdwenen en de verdachten wisten wat de gevolgen zouden zijn en hadden alleen de intentie om zichzelf te verrijken. De kans is groot dat beleggers een groot deel van hun geld niet meer terugzien”, zei de aanklager.

De uitspraak vindt naar verwachting op 12 april plaats.