Weenink treedt vaak op als curator bij faillissementen. „Faillissementen brengen veel ellende mee. Ondernemers die jarenlang dag en nacht gewerkt hebben voor hun bedrijf kunnen door allerlei redenen hun schulden niet betalen en gaan failliet. Het failliet verklaren gebeurt door de rechtbank, en die maakt daarna gebruik van advocaten om een faillissement af te wikkelen”, legt de Rijssense advocaat uit, die zondags collecteert in de hervormde Schildkerk en op maandagavond catechiseert in hervormd centrum Sion.

Faillissementen zijn niet alleen een gevolg van de economische crisis. „Ze kunnen ook een gevolg zijn van slecht ondernemer­schap. Te lang doormodderen met te veel vast personeel en de tering niet op tijd naar de nering zetten. Er wordt ontzettend veel uitgegeven voor status: een dure auto en je vrouw met goud behangen. Maar het moet allemaal betaald worden. Vaak rechtstreeks uit het vermogen van het bedrijf. Dat moet een keer fout gaan.”

Als een bedrijf failliet gaat, zoekt de rechtbank een advocaten­kantoor om een curator te leveren. Dan wordt er gekeken naar kantoren met de nodige ervaring die in het verleden faillissementen goed hebben afgehandeld.

Advocatenkantoor Van der Hel in Almelo heeft op dat terrein zijn sporen in Twente verdiend. „Vragen waar je voor staat zijn: Blijft er niets over van een onderneming, of volgt er een doorstart? Wat gebeurt er met het personeel? Daar moet je altijd heel zorgvuldig mee omgaan. Personeel is direct de dupe van een faillissement. Geen salaris, en dus geen boodschappen doen. Dat raakt hele gezinnen. Daarom zoeken we altijd naar de overnamekandidaat die het meeste personeel kan overnemen. Gelukkig is er in Nederland de zogenaamde loongarantie­regeling.”

Er doen verhalen de ronde van ondernemers die een doorstart maken een berg schulden achterlaten en toch in dezelfde dikke Mercedes blijven rijden. Gebeurt dit werkelijk?

„Die verhalen ken ik, maar dat zijn toch vooral de Telegraaf­story’s die het goed doen in de late uurtjes van verjaardags­feesten.

Dat beeld bestaat. En het kan ook heel goed voorkomen dat een failliete ondernemer na een doorstart van zijn bedrijf in zijn Mercedes blijft rijden. Maar een curator wil de schade in een faillissement altijd zo beperkt mogelijk houden. Als het leasecontract van die Mercedes door de nieuwe partij wordt overgenomen, kan dat best goedkoper zijn dan het contract afkopen. En ja, dan zie je die ondernemer nog steeds in dezelfde auto rijden en krijg je dat soort cowboyverhalen.”

Zaken die op het eerste gezicht niet meer te redden zijn, hebben Weeninks bijzondere belangstelling. „Die hopeloze gevallen triggeren mij juist om er uit te halen wat mogelijk is. We hebben wel eens mee­gemaakt dat we bij een bedrijf het heft in handen namen en dat er toen winst werd gemaakt. Het bleef zo goed lopen dat we alle schulden konden betalen en voor een doorstart zonder verliezers hebben gezorgd. Als je dat bereikt, geeft dat enorm veel voldoening.”