Vredesoverleg Afghaanse oppositie met Taliban
De oppositie in Afghanistan is gesprekken aangegaan met de Taliban en de krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar, in de hoop nog voor het vertrek van de internationale troepenmacht eind dit jaar vrede te bewerkstelligen. Dat hebben zegslieden van de oppositiepartijen en de Taliban tegen Associated Press gezegd.
Het is voor het eerst dat bevestigd wordt dat politieke tegenstanders van president Hamid Karzai op eigen houtje overleg voeren over een politieke oplossing voor de oorlog, die inmiddels zijn twaalfde jaar is ingegaan. Het lijkt er bovendien op dat ook de Taliban uit zijn op een doorbraak. Twee zegslieden van de beweging vertelden dat de belangrijkste Taliban-onderhandelaar mogelijk vervangen wordt.
Als de oppositiepartijen erin slagen een overeenkomst te bereiken met de Taliban en de organisatie Hezb-e-Islami van Hekmatyar beschikken zij over voldoende munitie om in de presidentsverkiezingen van volgend jaar met een gezamenlijke kandidaat - en een gerust hart - de strijd met Karzai aan te gaan. Met een coalitieregering hopen de oppositiepartijen, verenigd onder het banier van de Raad van Samenwerking van Politieke Partijen, een terugkeer van de burgeroorlog van begin jaren negentig te voorkomen.
Hekmatyar heeft een vijftienpuntenplan voor de toekomst samengesteld waarin hij oproept tot een solide regering, algemene verkiezingen, een interim-landsbestuur en een reeks verkiezingshervormingen. De Taliban zijn minder duidelijk over hun toekomstplannen, hoewel de beweging vorig jaar bij monde van haar eenogige leider Mullah Mohammed Omar liet weten geen monopolie en geen nieuwe burgeroorlog na te streven. De Afghanen moeten ‘zonder bemoeienis van grote landen en buren’ beslissen over hun toekomst, die ‘islamitisch en Afghaans’ moet zijn, zei Omar destijds.
Omar en Hekmatyar, die met name in het noorden en oosten van Afghanistan over duizenden geharde strijders beschikt, zijn bittere rivalen, maar hun doelen zijn grotendeels dezelfde: bestrijding van de regering in Kabul en haar westerse bondgenoten.
De oppositie lijkt ondertussen te beseffen dat vrede alleen door middel van consensus kan ontstaan. Zij is samengesteld uit verscheidene partijen, die over de nodige politieke zwaargewichten beschikken, zoals de vroegere presidentskandidaten Abdullah Abdullah en Ali Ahmed Jalali, de leider van de Oezbeekse minderheid Rashid Dostum en Mohammed Mohaqiq, leider van de minderheidsgroep Hazaras. Ahmed Zia Massoud, voormalig vicepresident en broer van de in 2001 vermoorde charismatische Tadzjiekenleider Ahmed Shah Massoud heeft zich ook bij de oppositie geschaard.
Geheime besprekingen, achterkamertjesoverleg en privéonderonsjes tussen de verschillende machtsblokken in Afghanistan en buitenlandse gesprekspartners maken een lastig te doorgronden labyrint van de Afghaanse vredesonderhandelingen. Karzai staat erop dat het overleg geleid wordt door zijn regering en zei dat zij samen met de Verenigde Staten en de Taliban gezocht had naar een politieke oplossing. Volgens deze twee laatste partijen heeft er echter nooit dergelijk overleg plaatsgevonden.
De groep van Hekmatyar sprak met zowel de regering in Kabul als met de VS, terwijl de Taliban volgens Amerikaanse bronnen met vertegenwoordigers van wel dertig landen onderhandelen, en indirect ook met Washington. Directe gesprekken ketsten begin vorig jaar af, vanwege de Amerikaanse weigering Taliban-gevangenen in de gevangenis in Guantanamo Bay vrij te laten. Wellicht kost deze teleurstelling Taliban-onderhandelaar Tayyab Aga zijn baan. Omdat hij de ‘verwachte resultaten niet behaalde’ wordt hij mogelijk vervangen door Taliban-minister voor volksgezondheid Mullah Abbas Akhund, die wellicht wordt bijgestaan door de Tadzjiek Qari Din Mohammed, zeiden zegslieden.
Met Kabul willen de Taliban niet praten, omdat ze de regering van Karzai beschouwen als marionet van buitenlandse mogendheden. Ondertussen probeert Karzai, die de laatste tijd te betrappen is op het gebruik van opmerkelijke antiwesterse retoriek, zijn politieke tegenstanders weg te zetten als Amerikaanse pionnen.
Overigens is het niet zo dat binnen de Taliban alle neuzen dezelfde kant op staan. Met name de jongere garde is fel gekant tegen vredesgesprekken en is van mening dat een overwinning in de strijd binnen handbereik is. Ook de hoogste militaire bevelhebber, voormalig Guantanamo-gedetineerde Zakir Qayyum, is tegen onderhandelingen, maar volgens diplomaten uit het Westen en vertegenwoordigers van de Taliban zullen ook zij inschikken als Omar besluit een vredesakkoord te sluiten.