Dat zei staatssecretaris Dekker (Onderwijs) zondag in het televisieprogramma Buitenhof.

Scholen kunnen volgens Dekker een voorbeeld nemen aan Amsterdam en Arnhem, waar niet alleen de Cito-scores naar buiten worden gebracht maar ook andere gegevens over de kwaliteit van een school. Dekker denkt dan bijvoorbeeld aan de tevredenheid van leerlingen of de aandacht voor bijvoorbeeld sport op een basisschool.

Onlangs bleek dat de Cito-
scores van basisscholen openbaar mogen worden. RTL Nieuws had de gegevens bij Dekker opgevraagd en hij zag geen juridische grond om dat tegen te houden.

Dekker wil echter dat de Cito-score niet gebruikt gaat worden als ranglijst en pleit er daarom voor dat scholen ook andere gegevens overzichtelijk aan ouders aanbieden. „De Cito-score zegt iets, maar niet alles. De context is ook van belang”, aldus Dekker.

Een groep basisscholen stelde vorige week helemaal niet meer mee te willen doen aan de Cito-toets als de uitkomsten openbaar worden. Dat is volgens Dekker niet de goede reactie. Hij wil dat scholen zich niet nog verder naar binnen keren, maar juist openheid van zaken geven. „En dan is er natuurlijk variatie. Er zijn goede scholen en slechte scholen. Ouders hebben er recht op om dat te weten.”

De staatssecretaris wil de Cito-toets op alle scholen verplichten. Hij praat daar donderdag met de Tweede Kamer over. Nu doet 
85 procent van de scholen mee aan de toets, die vooral meet hoe leerlingen het doen met taal en rekenen.

Ook wil Dekker dat de toets voortaan in april wordt afgenomen in plaats van in februari.

De Cito-toets bepaalt mede naar welk type middelbaar onderwijs een leerling gaat. Volgens de staatssecretaris is het van belang om naast het advies van de school en de leraar ook een objectieve meting te doen. Daar hebben leerlingen en ouders recht op, maar het is ook een manier om te controleren of een school goed werk heeft geleverd, aldus Dekker.