Een hoed kopen uit instinct
Titel:
”Het laatste hout” door Kerstin Ekman; vertaald door Bart Kraamer
Uitgeverij: Bert Bakker, Amsterdam, 2003
ISBN 90 351 2543 6
Pagina’s: 344
Prijs: € 19,95. De Zweedse schrijfster Kerstin Ekman (1933) is in Nederland vooral bekend door haar roman ”Zwart water”, een moordgeschiedenis die zich -net als al haar andere boeken- afspeelt in Zweden. Haar nieuwste boek, ”Het laatste hout”, behoort tot een heel ander type boek uit het brede spectrum dat de romans van Ekman bestrijken; dit werk zou je kunnen kenschetsen als een psychologische streekroman.
”Het laatste hout” is het tweede deel van de trilogie die in 2001 begon met ”Wolfshuid”. Het verhaal speelt zich voor een deel af in Noorwegen, maar vooral in het Zweedse dorpje Svartvattnet. Het bestrijkt een periode van grofweg de Tweede Wereldoorlog tot het einde van de jaren zestig.
Myrten Halvarsson, de dochter van vroedvrouw Hillevi, staat centraal. Tijdens de oorlog raakt ze haar onschuld kwijt en na de oorlog verkeert ze een tijdje met de schilder Elias; de zwangerschap die uit die laatste verhouding volgt, brengt ze door in een tehuis voor ongehuwde aanstaande moeders en voor de baby vindt ze een plaats in een pleeggezin - eerst alleen doordeweeks, maar ruim twee jaar later voorgoed.
Tijdens haar verblijf in het werkhuis doet ze het tegenover haar ouders voorkomen alsof ze in Frankrijk studeert. Na haar terugkeer naar haar ouderlijk huis praat ze niet over wat er werkelijk is voorgevallen; toch blijken haar ouders wel te begrijpen wat er aan de hand is geweest, maar er wordt gewoon niet over gepraat.
De schilder Elias, die aan het begin van het boek het vertelpersonage is, heeft geen zuiver verleden. Hij heeft zich in de oorlog aangemeld bij de Duitse nazi-partij, niet uit overtuiging, maar om er gemak van te hebben bij onderhandelingen over de verkoop van zijn werk. Zijn daad knaagt aan zijn geweten en daarom lukt het hem later niet meer te schilderen. Hij wordt dan glasblazer.
Hillevi weet nog meer over Elias. Hij was betrokken bij de dood van de incestbaby van zijn zus, die Hillevi net daarvoor ter wereld had helpen brengen. Daarom is Hillevi er fel op tegen dat haar eigen dochter een relatie met Elias onderhoudt en ze laat dat ook via brieven aan Elias weten.
Waar Hillevi en Elias wel blijk geven van een innerlijke gedachtewereld, waarin ze ook nadenken over zichzelf, blijft Myrten steken in een soort oppervlakkigheid die wel ruimte biedt voor herinneringen over haar seksuele belevenissen, maar niet komt tot een moreel oordeel over haar gedragingen. Myrten volgt haar ’dierlijk’ instinct, of het nu gaat om het kopen van een hoed of het toelaten van intieme aanrakingen, en probeert verder zo goed als mogelijk haar leventje op orde te krijgen en te houden.
Naast deze psychologische verhaallijnen speelt ook het leven in de Zweedse dorpjes een belangrijke rol in de roman. De titel verwijst naar de ontwikkeling in het vervoer van het gekapte hout: als het laatste hout via de rivier is afgevoerd, nemen de vrachtwagens dat voorgoed over.
Ekmans stijl is, net als het verhaal dat zij vertelt, niet overal even eenvoudig, behalve in de gedeelten die over Myrten gaan; zij is tenslotte een personage met weinig diepgang. De passages over Myrtens seksuele handelingen zijn nogal onsmakelijk gedetailleerd en er komen tientallen bastaardvloeken en volledige vloeken in de roman voor. Dat zijn flinke minpunten voor zo’n intrigerende roman.