La Paz verkeert in heuse staat van beleg
De onlusten die het dagelijkse leven in Bolivia al bijna een maand lang ontregelen, houden aan, ondanks het politieke bakzeil dat president Gonzalo Sanchez de Lozada maandag haalde in een poging de gemoederen tot rust te brengen. Dinsdag kwamen drie mensen om het leven bij rellen in en om La Paz. Sinds de woelingen medio september begonnen, verloren reeds 53 mensen het leven.
Het almaar stijgende dodental bracht vice-president Carlos Meza ertoe zich politiek te distantiëren van het regeringsbeleid. „De situatie zoals die thans in ons land bestaat, is volstrekt onaanvaardbaar”, aldus Meza, die via de staatstelevisie een beroep deed op president De Lozada om een dialoog op gang te brengen met de verschillende oppositiegroepen.
Maar volgens het staatshoofd is het in de praktijk tot dusver onmogelijk gebleken om in overleg te treden met de oppositie. „Het is moeilijk luisteren naar en onmogelijk praten met mensen die constant foeteren”, aldus president De Lozada.
Onder druk van de protesten begint de regeringscoalitie te breken. Minister van Economische Zaken Jorge Torres stapte maandag uit het kabinet en verzocht zijn partijgenoten van de Links Revolutionaire Beweging (MIR) om hem te volgen. De partijleiding van het Nieuwe Republikeins Vermogen (NFR), een andere coalitiegenoot in de regering-De Lozada, vroeg de president om af te treden en zodoende het land verder bloedvergieten te besparen.
Het staatshoofd liet vrijwel onmiddellijk hierop weten dat er van vervroegd uittreden geen sprake kan zijn. „Als wettig gekozen president dien ik borg te staan voor de constitutionele orde. Die taak zal ik niet verzaken”, aldus De Lozada. Hij kreeg steun uit de Verenigde Staten, waar Bush’ veiligheidsadviseur Condoleezza Rice verklaarde dat de regering in Washington geen enkele breuk van de constitutionele orde zal tolereren.
Ook het Boliviaanse leger schoot de president te hulp. De generaals van het land staken Sanchez de Lozada een hart onder de riem door in een schriftelijke verklaring te stellen dat zij het voortbestaan van democratisch bestuur waarborgen. De generaals deden verder een beroep op de bevolking om geen krachtmetingen aan te gaan met legereenheden. „Deze zult u, ook tot onze spijt, steevast verliezen, hetgeen aan weerszijden onnodige pijn zal veroorzaken”, aldus de Boliviaanse legerleiding.
Inmiddels heeft de protestbeweging het doel dat voor ogen stond uit het zicht verloren. De aanvoerders en aanstichters van het verzet geven thans zonder schromen toe dat zij een machtswisseling nastreven. „President De Lozada moet vertrekken”, stelt de ondergedoken boerenleider Felipe Quispe van de Indiaanse Beweging Pachakuti. Ook de voorzitter van de machtige COB vakcentrale, Jaime Solares, vindt dat de president moet opstappen. „Hij heeft het vertrouwen van de natie verspeeld”, aldus de vakbondsleider.
Directe aanleiding voor de protestgolf was het besluit van de regering om aardgas te exporteren naar de Verenigde Staten. Volgens Evo Morales, de militante leider van de Boliviaanse cocatelers die bij de presidentsverkiezing van vorig jaar in Sanchez de Lozada zijn electorale meerdere moest erkennen, zijn de protesten vooral bedoeld om te verhinderen dat de huidige regering Bolivia’s schaarse bodemschatten verpatst. „De natuurlijke hulpbronnen van ons land moeten niet ten goede komen aan reeds puissant rijke gringo’s, maar aan de indianen van Bolivia”, aldus Morales.
Een bijkomend probleem is dat de regering van plan was om het aardgas te exporteren via de aanleg van een pijpleiding naar een havenstad in Noord-Chili, vanwaar het gas per schip een weg naar afnemers in Californië zou vinden. Er bestaat weinig liefde tussen Bolivia en Chili sinds het langgerekte Andesland zich in het jaar 1879 tijdens een oorlog meester maakte van de Atacamawoestijn en de bijbehorende kuststrook.
Bolivia verloor hierdoor zijn status als zeevarende natie. Dit feit beschouwen de meeste Bolivianen als de voornaamste oorzaak van hun onderontwikkeling. Tot op heden laten beide landen zich in elkaars hoofdsteden louter vertegenwoordigen door consuls-generaal. De diplomatieke betrekkingen tussen La Paz en Santiago blijven beperkt tot het minimale. De suggestie dat het Boliviaanse aardgas door een pijplijn over Chileense (ex-Boliviaanse) bodem zou vloeien, is onacceptabel voor elke rechtgeaarde Boliviaan, zeker wanneer men beseft dat diplomaten uit beide landen al in opperste staat van beroering raken over de toekenning van de waterrechten van een zielig en amper enkeldiep stroompje.
„President De Lozada gedraagt zich als een vazal van onze vijand. Dat maakt hem een landverrader. Hij mag van geluk spreken wanneer we hem dadelijk niet tegen de muur zetten”, zo stelt Evo Morales, voor wie het geen twijfel behoeft dat de dagen van de regering-De Lozada zijn geteld. „Het volk laat niet met zich sollen”, zo waarschuwt de aanvoerder van de cocatelers.
Ondertussen nadert de situatie in La Paz een kritisch punt. Op verschillende plaatsen in de stad kwam het dinsdag tot plunderingen. Betogers raakten op slechts enkele straatblokken bij het presidentiële paleis vandaan slaags met politie en leger. Ondanks verschillende charges, waarbij zelfs tanks en pantserwagens ten tonele verschenen, lukte het dinsdag niet om de vaak brandende barricades van autowrakken en bouwpuin te verwijderen die door manifestanten zijn opgeworpen over de voornaamste wegen die de hoofdstad met de rest van het land verbinden.
La Paz verkeert in een heuse staat van beleg. De bevoorrading van de stad ligt goeddeels plat, waardoor ernstige voedsel- en brandstoftekorten zijn ontstaan. Ook het internationale vliegveld is inmiddels voor het burgerluchtvaartverkeer gesloten.