Timmermans antwoordt laconiek op SGP-vragen over Israël-label
DEN HAAG – Op producten uit Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden mag straks geen ‘Made in Israël’ meer staan van de Nederlandse overheid. De SGP stelde er dinsdag Kamervragen over. Minister Timmermans reageerde laconiek.
Israël reageerde vrijdag woedend op het Nederlandse voornemen om producten uit de bezette gebieden van een speciaal label te voorzien. Het schoot ook de SGP, PVV en de ChristenUnie in het verkeerde keelgat. „Israël bashen”, noemden Van der Staaij (SGP) en Joël Voordewind (ChristenUnie) het voornemen.
Maar voor minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken was de zaak eenvoudig. In antwoord op mondelinge vragen van SGP-Kamerlid Kees van der Staaij, zei hij: „De nederzettingen liggen niet in Israël dus mag op producten die daarvandaan komen niet staan dat ze uit Israël komen.” Het gaat om consumentenbescherming en niet om een boycot, voegde hij eraan toe.
Hij wees er daarbij op dat het vorig jaar mei al in de EU is besloten en dat de Kamer destijds geen bezwaar maakte.
Denemarken en Groot-Brittannië hebben de maatregel al ingevoerd. Nederland gaat dat „op enig moment” ook doen. Hij overlegt nog met Europese collega’s om een uniforme regeling te krijgen.
De VVD wil de kwestie aan de markt overlaten, zei het liberale Kamerlid Han ten Broeke. Het kabinet heeft hier geen bezwaar tegen, aldus Timmermans, zolang maar op de producten uit nederzettingen komt te staan dat ze niet uit Israël komen.
SP-leider Emile Roemer steunde de minister maar vroeg zich af hoe het zit met producten uit de Westelijke Sahara. Volgens Timmermans mogen producten die uit dit gebied komen niet staan dat ze uit Marokko zijn. Ik ga „hieraan werken” in de EU, beloofde hij. Marokko lijfde tegen de zin van de oorspronkelijke bewoners de Westelijke Sahara in 1975 in na het vertrek van de Spaanse kolonisator.