Binnenland

„Refojongeren zijn niet schijnheilig”

Reformatorische jongeren zijn „even realistisch en present” als andere leeftijdgenoten bij het gebruik van allerlei media. Voor mediaspecialist ds. W. J. Koole is dat de rode draad in het onderzoek van deze krant. Morgen en vrijdag discussiëren jongeren op debatavonden in Utrecht over het veelbesproken onderwerp.

J. Visscher
15 October 2003 09:58Gewijzigd op 14 November 2020 00:38

Ds. Koole, voorheen directeur van de interkerkelijke omroep IKON, vindt het „heel goed” dat het RD het heeft „aangedurfd” om onderzoek te doen naar het mediagedrag van reformatorische jongeren. „Op deze manier ga je de confrontatie aan. Je haalt het onderwerp uit de taboesfeer. Want er zullen in orthodoxe kring ook wel mensen zijn die zeggen: Dat willen we liever niet weten.”

In de artikelenserie nemen jongeren geen blad voor de mond, signaleert ds. Koole. Hij was van 1986 tot 2001 nauw betrokken bij de videobeoordeling, tegenwoordig vormgegeven door het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (Nicam). „Van strenge christenen wordt wel eens gezegd dat ze schijnheilig zijn. Ik merk daar niets van bij de jongeren die aan het woord kwamen. Ze zijn open en eerlijk. Ze zien ook wel in dat er gevaren zijn. Ik moet denken aan een opmerking van een jongen in de krant die zei dat hij de radio uitdeed toen iemand God op een brutale manier een verwijt maakte toen een vijfjarig kind was gestorven. Je ziet dus dat zo’n jongen dat wel degelijk oppikt.”

Ds. Koole, hervormd emeritus predikant („ik ben geen man van stelligheden”), kan niet uit de voeten met de conclusies die deze krant aan de uitkomsten van het onderzoek verbindt. Het RD-commentaar meldt dat reformatorische jongeren de „moderne cultuur met volle teugen indrinken.” Ds. Koole: „Dat is mij veel te angstig. We hebben het over pubers. Die leven in onzekere, soms zelfs angstige tijden. Ben ik aantrekkelijk genoeg? Het is logisch dat de jeugd op zoek gaat naar ontspanning en grenzen verkent.”

Wat vindt u van de stellingname dat jongeren God verdriet doen als ze films bekijken of programma’s beluisteren die duidelijk in strijd zijn met het christelijk geloof?

„Ik ben het daar niet mee eens. Op die manier zal ik dat nooit zeggen. Ik vind dat heel storend. In mijn jeugd in Zeeland kreeg ik te horen dat het zondig was als je op zondag een ijsje kocht. Dat heeft mij dwarsgezeten. Ieder individu moet zijn godsbeeld bouwen. Bij dit soort lichtzinnige zaken moet je niet met een soort donkere wolk van God aankomen. Je kunt jongeren er beter op wijzen dat ze alert moeten zijn in hun kijken en luisteren.”

Jongeren ontkomen in deze tijd niet aan confrontatie met moderne media, denkt ds. Koole. „De mediamaatschappij is toegankelijker dan ooit. De wereld is nu eenmaal niet censurabel, een mooi woord is dat. In veel gezinnen is tv, video of dvd. En als jongeren niet naar de bioscoop mogen, halen ze een video. Je kunt je ogen niet voor de cultuur sluiten. Een versregel luidt: „Ga ik met gesloten ogen, naar het onbekende land.” Nou, dat kan in het verkeer gevaarlijk zijn. Paulus had geen oordopjes in. Hij stond, te midden van de moderne cultuur, op de Aeropagus.”

Tegelijk erkent ds. Koole dat er zeker nog vele reformatorische jongeren zijn die zich niet inlaten met bijvoorbeeld Radio 538 of bedenkelijke dvd’s. „In reformatorische kring heerst vanouds een leescultuur. De ene jongere heeft minder interesse in beelden dan de andere.”

Hoe ziet u het waarschuwen tegen een film als de Titanic?

„Ik wil zo’n waarschuwing niet belachelijk maken. Ik vind het heel begrijpelijk als mensen bezorgd zijn over de jeugd. Ik kan me voorstellen dat het vloeken, scheldwoorden en het tonen van bepaalde vormen van seks in strijd zijn met het gedachtegoed in reformatorische kring. Ikzelf praat bij dat soort zaken niet in termen van wereldgelijkvormigheid. De plaat van de brede en de smalle weg voldoet voor mij niet meer. De kermis en het circus, die op die plaat op de brede weg staan afgebeeld, vind ik toch redelijk ongevaarlijk.”

U zat jarenlang bij de videobeoordeling. Zijn films gewelddadiger geworden?

„Ja. We dachten dat porno het grote gevaar was, maar er worden drie keer zo veel geweldfilms verhuurd. Zogenaamde actiefilms zijn nogal eens flink gewelddadig. Het gemene in die films, dat vind ik gevaarlijk.”

Welke rol hebben ouders bij de mediaopvoeding?

„Ze moeten meekijken, meepraten en openstaan voor de verhalen van kinderen. Mijn eigen kleinkinderen willen graag dat ik met ze praat over wat ze zien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer