Dat blijkt uit een brief van minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) aan de Tweede Kamer. De uitspraak betekent „dat een belangrijke grond op basis waarvan de IJslandse staat door onder andere de Nederlandse staat zou kunnen worden aangesproken is weggevallen”, schrijft Dijsselbloem. Maar Nederland en IJsland hebben samen eerder een ‘memorandum of understanding’ getekend dat nog steeds overeind staat.

En IJsland en de curatoren van het failliete Landsbanki, waarvan Icesave een dochter was, denken ook nog steeds dat de boedel van Landsbanki voldoende middelen bevat om het resterende bedrag aan Nederland over te maken.

Het gaat om een totaal schadebedrag van 1,9 miljard euro. Nederland kreeg eerder 734 miljoen euro van het Icesave-spaargeld terug via het inmiddels failliete moederbedrijf van Icesave, Landsbanki. De Nederlandse staat schoot IJsland 1,4 miljard euro voor om de Nederlandse Icesave-klanten met een tegoed tot 100.000 euro te compenseren.

Volgens Dijsselbloem zjin de frequentie en de hoogte van de toekomstige uitkeringen vanuit IJsland „niet goed in te schatten aangezien deze onder andere afhangen van de vereffening van de boedel van Landsbanki”. Daarom zijn de bedragen die nog terug moeten komen niet geraamd in de Rijksbegroting.

Icesave zette in mei 2008 voet op Nederlandse bodem. Via internetspaarrekeningen brachten meer dan 100.000 Nederlanders miljarden euro’s onder bij de bank. Nog geen half jaar later kon de bank haar verplichtingen niet meer nakomen en nationaliseerde IJsland Icesave.