Student Thijs is drager bij begrafenissen
Een bijbaantje in de supermarkt trok Thijs de Haan (21) uit Enschede niet. Met een aantal vrienden koos hij ervoor om drager bij Avecta te worden. Dit dragersgilde zet studenten van christelijke studentenverenigingen in bij begrafenissen in de omgeving van Twente en Zwolle.
„Mensen vinden het vaak raar, maar ik zie het gewoon als mijn werk”, zegt Thijs. „De eerste keer was voor mij het spannendst. Mensen kijken naar je, je staat in zekere zin in het middelpunt. Je wilt geen fouten maken. Die spanning is er nu niet meer. Ik vind het heel belangrijk om ervoor te zorgen dat een uitvaart zo netjes en stijlvol mogelijk verloopt. Bij het werk zelf hoort vooral het dragen van de kist. Soms helpen we ook met bloemstukken, of lopen we naast de auto.
Via mijn studentenvereniging werd een oproepje verspreid voor dit werk. Vrienden van mij doen het ook, dus ik had er al veel over gehoord. Het trok me, omdat het niet zo alledaags is als bijvoorbeeld een bijbaantje in een supermarkt. Dit vraagt fysiek meer van je, en leek mij veel uitdagender. Ook kun je hierbij als vrienden met elkaar samenwerken.
Als we een kist de kerk in hebben gedragen, blijven wij als dragers niet bij de dienst. Tenzij er geen ander zaaltje beschikbaar is, dan moeten we wel. Maar de mensen kennen we niet, dus liever zitten we met z’n zessen apart. Wat we dan doen? Gewoon, koffiedrinken. Soms maken we ook grappen onder elkaar. Over hoe we onze eigen uitvaart zouden willen, bijvoorbeeld. Of ik dat als christen niet ongepast vind? Nee. Op die manier houden we het voor onszelf dragelijk.
Het is voor mij niet confronterend om steeds met de dood bezig te zijn. Zo zie ik het ook niet: ik doe gewoon mijn werk. En dat houdt vooral in dat ik ervoor zorg dat de kist op een nette manier van A naar B wordt gebracht. Soms is het moeilijk, als er emotionele toespraken worden gehouden. Maar meestal is de familie zelf heel rustig.
Niet iedereen is geschikt voor dit werk: een gemiddelde lengte is belangrijk, zodat je met z’n zessen de kist op je schouders kunt dragen. Daar moet je ook sterk genoeg voor zijn. Het schouderen over grotere afstanden op een begraafplaats, of het stilstaan als het heel warm of heel koud is, kan ook zwaar zijn.
We werken op oproepbasis, waardoor ik het werk goed in kan passen in mijn studie. Soms één keer in de week, soms vijf keer. Je kunt zelf aangeven op welke dagdelen je kunt werken. Maar als je dan een klus krijgt, moet er wel op je gerekend kunnen worden. Zelf ben ik één keer vergeten dat ik moest werken. Dat was echt heel slordig, het was voor mij ook een waarschuwing dat dit niet nog een keer mag gebeuren.
Het mooiste aan dit werk vind ik de waardering die ik regelmatig via de uitvaartleiders van familieleden krijg. Mijn bijbaantje is niet iets raars, zoals veel mensen denken. Ik ben echt met iets belangrijks bezig.”