„Als Zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien., Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.”
Toen Jezus de beker dronk, vervulde Hij wat van Hem was voorzegd. „Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen.” Doch het meest geheimvol en verborgen is wat wij lezen in ons tekstgedeelte. „Doch het behaagde de Heere, Hem te verbrijzelen.”

Hij werd verbrijzeld. We vinden in de tekstwoorden ook de meest dierbare en heerlijke beloften van de Vader aan de Zoon. Deze beloften betekenen de uitvoering van het oude verbond der verlossing. De drie volgende beloften worden in de tekst genoemd.

Ten eerste dat Hij zaad zal zien. Dat wil zeggen dat Hij Zijn kinderen zou zien, Zijn geheiligd volk.

Ten tweede dat Hij de dagen zal verlengen. Dat betekent dat eens dat lied van zegepraal in Zijn mond zou zijn: „Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?”

Ten derde dat het welbehagen des Heeren door Zijn hand gelukkig zal voortgaan. Dit duidt erop dat tussen de Personen van de gezegende Drie-eenheid een heilige samenwerking en een gezegende harmonie is geweest in de uitvoering van dit nooit genoeg bewonderde werk van de verlossing en de eeuwige zaligheid van de mens.

Andrew Gray,
predikant te Aberdeen

(”All the Works”, 1839)