„Imago compost loopt gevaar door nieuwe EU-regels”
„Nederlandse compost is een hoogstaand kwaliteitsproduct”, betoogt Arjen Brinkmann, directeur van Branchevereniging Organische Reststoffen (BVOR). En dat wil hij graag zo houden, ook nu de Europese Unie de eisen wil versoepelen.
Bijna niemand beseft het, maar bedrijven die zich met de productie van compost bezighouden, hebben de afgelopen decennia flinke stappen gemaakt, stelt Brinkmann.
„De compostbranche startte enkele decennia geleden. Afvalverwerker VAM uit Wijster maakte toen al compost uit gemengd huishoudelijk afval. Daarmee konden de arme zandgronden in Drenthe worden verrijkt, was de gedachte. Schoon was het huisvuil allerminst: het gehalte aan zware metalen in de bodem schoot omhoog. Dat heeft de compostbranche aanvankelijk een slecht imago bezorgd.”
De sector is die negatieve beeldvorming te boven, denkt Brinkmann. „Voor onze leden durf ik mijn hand in het vuur te steken.” Sinds 1 april 1994 mag in Nederland uitsluitend compost worden toegepast uit gescheiden ingezameld, schoon organisch materiaal, waaronder gft, maaisel, snoeihout en tuinbouwafval. Nederlandse bedrijven produceren uit 2 miljoen ton groenafval en 1,3 miljoen gft meer dan 1,5 miljoen ton compost.
„Dit restafval is feitelijk een grondstof geworden. Momenteel verdienen de producenten nog te weinig aan compost om de aanbieder te betalen voor zijn groenafval; maar die kant gaat het wel op.”
Volgens de wet is compost een organische meststof; daarvoor gelden strenge regels, weet Brinkmann. „Daarnaast hebben we als branche een aantal certificeringssystemen die de wettelijke eisen verder aanscherpen, bijvoorbeeld Keurcompost. In die compost mogen nog minder steentjes zitten dan in ongecertificeerd organisch materiaal. Zelfs biologische bedrijven nemen Keurcompost af.”
Compost doet ook mee in de trend om de economie te verduurzamen. De branche innoveert volop. Zeer schone compost kan bijvoorbeeld potgrond deels vervangen. „Dat is zogeheten RHP-compost. Die kan worden toegepast in plaats van geïmporteerd hoogveen, een eindige grondstof”, vertelt de BVOR-directeur. „Organische reststromen worden ook steeds vaker vergist tot biogas. Andere verwerkers winnen er hoogwaardige producten uit terug, zoals kleurstoffen of vetzuren. Er zijn ook bedrijven die vloeibare compost, zogenaamde compostthee produceren. Een van deze innovatieve bedrijven is inmiddels HACCP-gecertificeerd, een hygiënewaarborg die levensmiddelenbedrijven ook moeten hebben.”
De bodemverbeteraar, die compost feitelijk is, vindt zijn weg vooral naar de land- en tuinbouw, de recreatiesector, boomkwekerijen, en –verpakt in zakjes– naar tuincentra.
Volgens Brinkmann is de compost zo veelzijdig te gebruiken omdat het Nederlandse groenafval zo „ontzettend schoon” is. „In de beginjaren ging er nog weleens wat fout, maar die tijd ligt al lang achter ons. Iedereen is eraan gewend; en elke vracht groenafval die niet voldoet aan de eisen, wordt niet geaccepteerd en gaat linea recta naar de vuilverbranding. Ook is de uitstoot van schadelijke stoffen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen de laatste tien jaar sterk gedaald. Dat komt dus ook niet meer in de compost terecht. Als iemand er toch nog verontreinigingen in tegenkomt, mag hij direct contact opnemen met BVOR.”
Geen wonder dat de directeur van de branchevereniging zich grote zorgen maakt over nieuwe eisen die de Europese Unie binnenkort zal vaststellen voor onder meer compost. Deze zogeheten eindeafvalcriteria geven aan wanneer afval een vrij verhandelbaar product wordt, zoals bijvoorbeeld compost.
„De huidige voorstellen maken het mogelijk om uit gewoon huisvuil compost te maken, een manier waar wij in Nederland allang van zijn afgestapt na de ervaring van VAM met het gemengde huisvuil. In huishoudelijk afval kan alle troep zitten die je maar kunt bedenken: batterijen, medicijnresten, potten verf, flessen gif. Dat kan dan ook in de compost terechtkomen”, vreest Brinkmann.
Volgens hem is het bovendien onmogelijk om de compost te bemonsteren op alle mogelijk denkbare chemicaliën. „Dat zou veel te kostbaar worden.”
De BVOR-directeur blijft echter in Brussel lobbyen voor strengere eindeafvalcriteria, al verwacht hij dat de Nederlandse overheid zal vasthouden aan de eigen strenge eisen voor compost. „Het is een imagokwestie. Als er onverhoopt in het buitenland iets misgaat met huisvuilcompost, wordt de hele branche erop aangekeken.”
Dit is het eerste artikel in een serie over duurzame manieren van afvalverwerking. Volgende week in Puntkomma deel 2.
www.bvor.nl; www.keurcompost.nl
Hypermodern composteren
Van Vliet Recycling uit Wateringen heeft in Hoek van Holland naast de Maeslantkering een bedrijf dat zich bezighoudt met het composteren van tuinbouwafval. „Afgedankte planten van komkommers, paprika’s, tomaten en ander groenafval zoals takken. Het tuinbouwafval bestaat voor het grootste deel uit water. Het resulteerde in erg dikke, natte compost, materiaal dat de meeste klanten niet willen”, vertelt Marc van Buijtene, algemeen directeur van het bedrijf.
Van Buijtene besloot het roer om te gooien. „We hebben gekozen voor tunnelcompostering, de best beschikbare techniek voor ons product, omdat de compost tegelijk droogt.” Eind vorig jaar werd de tunnelcompostering in gebruik genomen.
Hoe gaat dat in zijn werk? Vrachtwagens lossen hun lading groenafval in de composteerhal. Als de ladingen schoon genoeg zijn, worden ze gesorteerd en in stukjes gehakt. Vervolgens rijden shovels het versnipperde groen in composteringstunnels van 45 meter lang, 6 meter hoog en 9 meter breed.
„Dat is een precies klusje. Er is geen kok die zijn klant alleen komkommers zal voorschotelen. Hij gebruikt meerdere ingrediënten om een smaakvolle maaltijd te bereiden. Hij pakt bijvoorbeeld een broodje, doet daar een paar schijven komkommer en tomaat tussen een plak kaas en een blaadje sla. Zo werken wij ook”, legt van Buijtene uit. Shovels stapelen laagjes van verschillende soorten groenafval op elkaar tot een hoogte van 3 meter. Is de tunnel vol, dan wordt deze afgesloten.
Door gaatjes in de bodem wordt lucht ingeblazen. „Binnen een dag is het daar 72 graden Celsius. Bij die temperatuur gaan verschillende soorten schimmels dood”, weet Van Buijtene. Na drie dagen gaan de goede bacteriën aan het werk bij 45 graden Celsius. Het natte groenafval verandert daarbij in een droge bruine massa.
„Rond de veertiende dag loopt de temperatuur terug; de bacteriën zijn klaar met hun werk”, vervolgt de directeur. De compost wordt uit de tunnel gereden. Via zeeftrommels, windshiften, magneetbanden en een leescabine waar mensen met handschoenen aan het laatste vuil uit de compost rapen, produceert Van Vliet recycling compost in twee afmetingen, aldus Van Buijtene: „Heel fijn materiaal tot 15 millimeter, en het minder fijne tot 30 millimeter. Het meeste daarvan gaat naar de tuin- en akkerbouw.” Wat overblijft, is grovere biomassa die gebruikt wordt om energie op te wekken.