Vorige maand kozen bisschoppen van de Oosters-katholieke kerk Sako, aartsbisschop van Kirkuk sinds 2003, als hun patriarch. Paus Benedictus keurde de benoemde vervolgens goed. Sako werd in 1974 tot priester gewijd, behaalde in de jaren tachtig twee doctoraten in Rome en Parijs en keerde daarna terug naar Irak. Hij heeft verscheidene boeken over kerkvaders geschreven.

Sinds de invasie van de Verenigde Staten in Irak in 2003, zijn Iraakse christenen veelvuldig het doelwit geweest van islamitische militanten en honderdduizenden zijn het land ontvlucht. De meeste Iraakse katholieken zijn Chaldeeën, een kleine minderheid bestaat uit Assyrische christenen.

Sako zei woensdag dat hij zich zal inzetten voor een dialoog met zowel sjiitische als soennitische moslimgeestelijken om er op die manier voor te zorgen dat de groepen in Irak samen kunnen leven en werken. „Ik zal met mijn moslimbroeders samenwerken om een betere toekomst voor ons land te bewerkstelligen”, zei Sako. Bij de ceremonie waren onder meer de Iraakse premier Nouri al-Maliki en de soennitische parlementsvoorzitter Osama al-Nujaifi aanwezig.

Al-Maliki riep christenen in Irak op om het land niet te verlaten en deel te nemen aan de inspanningen om een nieuw Irak op te bouwen. Hij beschuldigde Al-Qaida van de aanslagen op christenen van de afgelopen tien jaar. „Het doet ons verdriet om christenen te zien vertrekken vanwege de dreiging van een verdorven groep mensen.”