Er komt een werkgroep van overheidsinstanties en bedrijven in de voedingssector. De samenwerking moet leiden tot een betere informatievoorziening tussen overheid en bedrijven en aan consumenten. Ook moet die samenwerking voor een aanscherping van de kwaliteitscontroles en het effectiever straffen van voedselfraudeurs zorgen.

Volgens Dijksma betekent dit onder meer dat mensen die al een keer zijn veroordeeld voor voedselfraude, minder makkelijk opnieuw over de schreef kunnen gaan. Ook gaan de partijen bekijken of de weg van de boerderij naar de winkel korter kan. Het aantal schakels daartussen is soms erg groot, vindt Dijksma. Daardoor is vaak niet duidelijk waar het fout gaat.

De staatssecretaris ziet weinig in meer controleurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Volgens haar kunnen er nooit genoeg zijn om alles te controleren „hoe groot de NVWA ook is”. De bedrijven in de voedingssector moeten daarom volgens haar verantwoordelijk zijn voor wat er in de schappen ligt.

Dijksma en de sector willen binnen een aantal weken met voorstellen komen. De ‘taskforce voedselvertrouwen’ gaat meteen van start.

Bij het gesprek waren de ministeries van Volksgezondheid en van Economische Zaken betrokken. Ook het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO), de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) en het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) waren aanwezig.

LTO laat weten het „zat” te zijn dat „anderen frauderen, maar het slechte imago bij de boer terechtkomt”. De organisatie voor agrarische bedrijven denkt ook dat de betrouwbaarheid van het voedsel gebaat is met „minder schakels”.