Koninklijk Huis

„Pieper en airbag geen garantie bij lawine”

Achter prachtig besneeuwde bergen schuilt altijd een gevaar: lawines. Daarom houden toezichthouders de bergen goed in de gaten. Waar nodig nemen zij maatregelen. De bergen in met twee Oostenrijkers die er alles van weten.

5 March 2013 19:57Gewijzigd op 15 November 2020 02:19
Een lawineairbag –in de rugtas– geeft bergsporters meer kans een lawine te overleven. Foto RD, Henk Visscher
Een lawineairbag –in de rugtas– geeft bergsporters meer kans een lawine te overleven. Foto RD, Henk Visscher

De bergtoppen rond het Oostenrijkse vakantiedorp Lech zijn bijna allemaal tussen de 2000 en de 2500 meter hoog. Deze winter ligt er een extra dik pak sneeuw. In de winterzon glinsteren de bergen majestueus.

Na een nacht sneeuw kan het minder vredig zijn in de bergen. Dan kan er boven zomaar een zware sneeuwmassa zijn ontstaan die een bedreiging vormt voor mensen en huizen.

Na zo’n sneeuwnacht galmen er vaak harde knallen door het dal. Meestal vroeg in de morgen. Met explosieven worden dan kunstmatig gecontroleerde lawines opgewekt of dreigende sneeuwophopingen weggeblazen. „We gaan daarvoor soms al om 4 uur de berg op”, zegt Thomas Maghörndl. Hij is met een team van vijftig man in Lech verantwoordelijk voor de veiligheid in het skigebied en in het dorp. Maghörndl is bedrijfsleider bij Skilifte Lech en weet door jarenlange ervaring van de hoed en de rand.

Maghörndl en zijn team beoordelen elke dag opnieuw de situatie. Verschillende meetstations in de bergen voorzien hen daarvoor voortdurend van data over het sneeuwpakket en de weersomstandigheden.

In het kantoor van Skilifte Lech leggen Maghörndl en zijn collega Christian Röhrig uit dat een combinatie van factoren het lawinegevaar bepaalt: hoeveelheid sneeuw, soort sneeuw, temperatuur, temperatuursveranderingen en ondergrond.

Grote kaarten sieren de wanden. Statistieken vullen het magneetbord. De actueelste informatie komt via de computer binnen. Blijkt uit de analyse dat er gevaar dreigt op een bepaalde plaats in de bergen, dan grijpen de lawinewakers in.

Steile helling

Deze middag laat Maghörndl zien hoe dat in zijn werk gaat. Voor het zover is, moeten de mensen uit het gebied zijn. Daarom pakt hij de laatste skilift naar boven. Vanaf het hoogste skiliftstation gaat het naar een plek met veel verse sneeuw. Maghörndl glijdt er moeiteloos heen op zijn ski’s. „Er ligt hier een laag van ongeveer 2 meter”, vertelt hij. Lopen is hier vrijwel onmogelijk.

Bij een steile helling stopt hij. Het zijn over het algemeen niet de gemakkelijkste plekken waar sneeuw verwijderd moet worden. Maghörndl en zijn collega’s moeten daarom risico’s nemen om het voor anderen veiliger te maken.

Voorzichtig manoeuvreert de ervaren Maghörndl naar een plek op de sneeuwmassa. Met zijn skistok maakt hij een hol in de sneeuw. Uit zijn rugzaak haalt hij een rode staaf met springlading en een ontsteking. Het explosief is ongeveer 60 centimeter lang. Voorzichtig bevestigt hij draden aan de dikke ‘sigaar’ met dynamiet en laat die in het sneeuwgat zakken.

Nu is het opletten, zegt Maghörndl. „Als ik de ontsteking activeer, heb ik een minuut om weg te komen. Dat is genoeg.” Toch haast hij zich weg na het aansteken.

De minuut duurt toch nog lang. Dan klinkt er een flinke knal. De sneeuw komt los, vliegt de lucht in en rolt naar beneden. Weer een plek die voorlopig veilig is.

Orgels

Niet altijd kunnen de mannen op ski’s bij de onheilsplekken komen. Daarom stijgt soms vroeg in de morgen al een helikopter op in het dal. De toezichthouders gaan dan per heli naar de gevarenzones. Vanuit de helikopter brengen zij explosieven aan, vertelt Maghörndl. „De helikopter kan bij sneeuw of mist echter niet vliegen.”

Er zijn ook plaatsen die keer op keer lawinegevaar kennen. Op die plekken zijn lawineorgels aangebracht. Dat zijn kasten met daarin tien lanceerbuizen. „In elke buis kan een staaf springstof worden geplaatst. Vanuit een bedieningskamer lager op de berg kan dan een lading worden afgeschoten en zo de sneeuwophoping vernietigen. We hoeven dan maar af en toe naar het orgel om het bij te vullen.”

In zijn tweede kantoor ergens op de berg bij Oberlech laat Maghörndl zien hoe het orgel werkt. Op het computerscherm verschijnt een technische weergave van een van de lawineorgels ergens op circa 2000 meter hoogte. Met een muisklik laat hij de deur van het orgel bij een van de bergtoppen opengaan. „Dan klik ik een van de buizen aan en vervolgens kan ik het lanceercommando geven.” Maghörndl doet dat nu niet, omdat er nog mensen op de pistes zijn.

Veel springstof

Het lawineorgel is in het Oostenrijkse dorp ontwikkeld. „In 1997 zijn de eerste geplaatst. We doen hier veel aan onderzoek en ontwikkeling.”

De lawineveiligheidsdienst verzamelt elke dag veel informatie, vertelt Röhrig. „Alles wordt vastgelegd. Hoe groot was de krater? Wat gebeurde er? Was het voldoende springstof? Zo doen we steeds meer ervaring en kennis op. We werken ook samen met een universiteit.”

Vorige winter en ook deze is er extreem veel sneeuw gevallen, constateren de twee. Dus moest er ook veel worden ingegrepen. In totaal verbruiken Maghörndl en zijn mannen per winterseizoen zo’n 5000 kilogram springstof. „Het laatste jaar was het zelfs 8500 kilo.” Dit jaar komen ze ook een eind in die richting.


„Pieper en airbag belangrijk, maar geen garantie bij lawine”

Alle voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen kunnen niet voorkomen dat er ongelukken blijven gebeuren in de winterse bergen. „Elke dag gebeurt er wel wat. Botsingen, beenbreuken, skiërs die verkeerd terechtkomen. De menselijke factor blijft een zwakke”, zegt Maghörndl. Gemiddeld zijn er per winter 600 reddingsoperaties in de bergen.

Maghörndl en zijn collega benadrukken dat zij alleen verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van mensen op de pistes, de geprepareerde skiroutes. „Dat betreft een gebied van circa 200 hectare rond Lech.”

Wat mensen daarbuiten doen, is op eigen risico. „Dan moet je als skiër goed weten wat je doet.” Juist het skiën buiten de pistes is populair bij de meer ervaren skiërs.

Oranje lamp

Skiërs worden gewaarschuwd via informatieborden, laten Maghörndl en Röhrig zien bij een kabelbaanstation hoog boven het dorp Lech. De borden staan bij alle belangrijke skiliften. Skiërs komen er altijd langs als ze op weg gaan naar boven. „Als er lawinegevaar is, staat dat aangegeven. De schaal loopt van 1 tot 5, waarbij 5 het gevaarlijkst is.” In het geval van lawinegevaar knippert er ook een oranje lamp op de borden. „Mensen zijn gewaarschuwd.”

Toch is dat niet voldoende, zo blijkt keer op keer. Röhrig: „Vooral bij categorie 3 gebeuren er veel ongelukken. Mensen denken dan: O, het gaat nog wel. Ook minder ervaren skiërs gaan dan toch de berg op. Er gebeurt bij categorie 3 meer dan bij 4.”

Airbags

De uitrusting van skiërs wordt steeds beter, zien Maghörndl en Röhrig. „Zeker bij skitochten buiten de pistes –dat is het uitdagendst– moeten skiërs goed materiaal hebben.”

Belangrijk is dat zulke skiërs een lawinepieper bij zich hebben, zegt Röhrig. Zo’n pieper –circa 300 euro– zendt een signaal uit dat anderen met hun pieper kunnen ontvangen. „Komt iemand met zo’n pieper onder een lawine dan is hij meestal snel te vinden.”

Bij lawineongelukken telt elke seconden. „Lawineslachtoffers moeten binnen een kwartier gevonden zijn, anders is het meestal mis door zuurstofgebrek. Daarom is een pieper zo belangrijk.”

Een nog duurder uitrustingsstuk is de ski-airbag. Toen prins Willem-Alexander en prinses Máxima zich na de fotosessie op 18 februari klaarmaakten voor een skitocht deden zij er allebei een om. De airbags kosten circa 700 euro per stuk.

In het geval van een lawine moet de drager de airbag direct activeren. Rond het slachtoffer komt dan een grote luchtzak te zitten. Die beschermt tegen verwondingen, maar zorg „er vooral voor dat het lawineslachtoffer onder de sneeuw nog lucht heeft.”

Maghörndl legt uit dat een lawineslachtoffer totaal „ingemetseld” raakt door de sneeuw. De rollende sneeuwmassa wordt compacter en compacter. Jezelf uitgraven is er niet bij en lucht zit er niet vrijwel niet in de samengeperste sneeuw. „Een ski-airbag geeft iets meer ruimte en vooral zuurstof. De kans op overleving is groter.”

Prins Friso had bij zijn laatste tocht wel een pieper, maar geen airbag bij zich. De waarschuwingsborden meldden die dag categorie 4. Recent meldden de pistebeheerders dat de lawine die de prins trof geen 50 maar 200 meter lang was.

Maghörndl vindt dat de ervaren prins gewoon „pech” heeft gehad. Wie zijn oor in Lech te luisteren legt hoort ook kritischer geluiden over de tocht van de prins.

Geen garantie

De mooiste uitrustingsstukken geven geen enkele garantie. Röhrig: „Als mensen niet weten hoe ze ermee moeten omgaan, helpen ze nog niet. Daarom benadrukken wij steeds het belang van een goede opleiding en het gebruik van gidsen die de bergen en skiroutes door en door kennen. Zij kennen de gevaren buiten de pistes het best.”

Maghörndl: „Het gevaarlijkst is het als skiërs denken dat ze zelf alles weten. Dan worden de grootste inschattingsfouten gemaakt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer