Economie

Wereldwijde opkomst biobrandstof hapert

RIO DE JANEIRO (IPS) – Brazilië droomde ooit van een wereldwijde handel in bio-ethanol, vergelijkbaar met die in olie. De start leek veelbelovend, maar vandaag de dag hapert de motor.

6 March 2013 08:01Gewijzigd op 15 November 2020 02:19
Protest tegen biobrandstof in Berlijn, maart 2011. Foto EPA
Protest tegen biobrandstof in Berlijn, maart 2011. Foto EPA

Bio-ethanol zal alleen internationaal doorbreken als meer landen de brandstof kunnen aanbieden en kopen, zegt Eduardo Leão de Sousa, directeur van de Unie van de Suikerrietindustrie (Unica), die de belangrijkste Braziliaanse producenten van bio-ethanol verenigt. Brazilië en de Verenigde Staten zijn samen verantwoordelijk voor bijna 85 procent van de wereld­productie. Bio-ethanol is in de genoemde landen bijna uitsluitend voor de eigen markt bestemd, de verkoop aan het buitenland is minimaal.

Pionier

Brazilië was op dit terrein een pionier. De ethanolproductie vindt er haar oorsprong in een programma dat in 1975 werd opgestart om de Braziliaanse afhankelijkheid van olie te verkleinen, onder invloed van de oliecrisis van 1973, die tot uitdrukking kwam in tekorten en scherpe prijsstijgingen. Sindsdien is de Braziliaanse suikerrietoogst zevenmaal groter geworden. Braziliaans ethanol wordt uit de sacharose in suikerriet gewonnen.

De Amerikanen namen zich in 2007 voor om tegen 2022 jaarlijks 132 miljard liter bio-ethanol te verbruiken. De bio-ethanol wordt in de VS onder meer uit mais gewonnen. Om de genoemde doelstelling te halen, zal men ook ethanol uit cellulose moeten halen. Dat procedé is echter nog te duur.

Ook de EU wil de consumptie van bio-ethanol zien groeien, naar een niveau van 15 tot 16 miljard liter tegen 2020. Daarvan kan de helft van buiten Europa komen, zegt De Sousa. Maar zeker is die stijgende vraag nog niet. De Europese Commissie overweegt namelijk haar doelstellingen terug te schroeven. Er bestaat vrees voor negatieve effecten op het voedselaanbod.

Een andere omvangrijke potentiële markt is China. Maar volgens De Sousa zal dat land alleen ambitieuze doelstellingen formuleren als „het zeker is van de permanente levering uit verschillende bronnen.”

Veel landen voegen sinds de jaren negentig van de vorige eeuw wel bio-ethanol toe aan klassieke brandstof, maar de ontwikkelingen op dat punt verlopen veelal aarzelend. Japan bijvoorbeeld maakt geen haast om het mengsel met 3 procent bio-ethanol dat in 2003 werd geïntroduceerd, verplicht te stellen.

Aan de productiezijde beweegt er evenmin veel. Wel wordt inmiddels ook suikerrietethanol geproduceerd elders in Latijns-Amerika, in Afrika en Zuidoost-Azië. Het productiepotentieel in die gebieden is groot, zegt Unica. Met zijn uitgebreide ervaring stimuleert Brazilië overal ethanolprojecten.

Minder zeker

Lange tijd stond Brazilië alleen met zijn bio-ethanolverhaal. Pas toen ook de VS, sinds 2006 de grootste producent ter wereld, op de kar sprongen, kwam er een einde aan dat isolement. Maar tegelijk groeide de kritiek dat de productie van biobrandstof de voedselprijzen omhoogjaagt. Ook de ontwikkeling van voertuigen op andere brandstoffen, zoals elektrische auto’s, maakt de toekomst minder zeker voor de producenten.

„Cellulose-ethanol zal de situatie doen kantelen”, denkt De Sousa. Het zal de productie doen stijgen en die ook duurzamer maken, zegt hij. Andere alternatieven voorziet hij pas voor een verre toekomst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer