De winter lijkt voorbij. De natuur doet bijna lenteachtig aan. De eerste lammetjes dartelen in de wei. Het kwik in de thermometers stijgt gestaag, plaatselijk zelfs wel naar 17 graden vandaag of morgen. Hoe lang de warmte aanhoudt, is de vraag, maar de eerste terrastijgers zijn gesignaleerd.

Restauranthouders mét terras merken de omslag van het weer direct in hun bezoekersaantallen en omzet. „Het terras loopt lekker vol”, zegt assistent-bedrijfsleidster Maddy Maasland van café-restaurant Plein XIX in Den Haag genietend. Ze wordt er helemaal blij van. „Het wordt weer lekker druk.”

Plein XIX telt een terras met 32 tafels van 4 stoelen. Maasland aarzelt. „Dat is 130 stuks. Toch…?!” Het voorjaar is het belangrijkste seizoen voor het restaurant. „In de winter blijven mensen liever binnen, in de zomer trekken ze meer naar het strand.”

De eerste zonnestralen bereiken rond elven het terras van Plein XIX. Bij mooi weer moet het restaurant dubbel zo veel personeel inzetten. „Eén voor de bar, één met de handheld om bestellingen op te nemen, één voor het eten, één voor drankjes.”

Plein XIX, een statig pand met uitzicht op de Tweede Kamer, trekt sinds de opening in 1995 veel (ex-)politici. „Rutte komt hier wel eens een satétje eten. Femke Halsema komt regelmatig met haar kinderen. En Roemer. Plasterk drinkt hier vaak een kopje koffie.”

Een vaste stamgast is Lubbers. Nog altijd, ook al heeft hij de actieve politiek al jaren geleden vaarwel gezegd. De assistent-bedrijfsleidster is dol op hem. „Lubbers is vooral een beetje oud. Maar het is zo’n lieve man.”

Restaurant Katseveer in het Zeeuwse Wilhelminadorp –„met Michelinster”– moet even wachten op nog mooier weer. „Wij kijken uit op het water van de Oosterschelde. Daardoor koelt het hier vrij snel af”, aldus cuisinier Rutger van der Weel.

Katseveer dankt zijn naam aan het wachtlokaal van de veerdienst tussen Wilhelminadorp en Kats/Zierikzee. Sinds 1963 werd de dienst opgeheven en kreeg het gebouw een andere bestemming, namelijk restaurant. Eind 2003 is Katseveer overgenomen door de restaurateurs Rutger en Jessica van der Weel.

Het weer heeft grote invloed op het humeur van zijn gasten, merkt Van der Weel. „Zaterdag was een grijze dag. Mensen kwamen nukkig binnen. Met het mooie weer zijn mensen ineens een stuk vrolijker”, aldus Ven der Weel.

Katseveer kan buiten 34 terrastijgers kwijt, binnen –met open schuifdeuren– nog eens 42 man. Van der Weel serveert op het terras alleen maaltijden. Gasten zitten bij een vijf- of zesgangendiner al snel vier tot vijf uur aan tafel. „Voor het terras hebben we daarom al snel een graad of 20 nodig.”

Van der Weel heeft iets bedacht om zijn gasten er warmpjes bij te laten zitten. „We hebben vorig jaar, bij wijze van proef, honderd plaids aangeschaft. Als het iets frisser wordt, stoppen wij mensen lekker toe. Het werkt. Dit jaar doen we het weer.”

Recreatiecentrum Het Doevehuis, gelegen midden in natuurreservaat de Weerribben, in de kop van Noordwest-Overijssel, profiteert nog niet direct van het mooie weer. „Het is hier nog uitgestorven”, zegt Jacoline de Lange.

De Weerribben zijn een bijna 3500 hectare groot, waterrijk gebied. Samen met de nabij gelegen Wieden (bij Giethoorn) zelfs zo’n 7000 hectare. „Het belangrijkste moerasgebied van Noordwest-Europa”, aldus de beheerders van Het Doevehuis.

Het recreatiecentrum, met 120 plaatsen op het terras aan het water, gaat pas na Pasen open. Het weer heeft grote invloed op het aantal bezoekers, weet De Lange.

„De weersvoorspellingen zijn uiteindeijk belangrijker dan het weer zelf. Als de voorspellingen goed zijn en het weer valt tegen, zijn mensen toch al op pad.”