Kiwanja en Rutshuru waren sinds juli vorig jaar al in handen van de rebellen. Maar toen zich vorige week onder de rebellen een scheuring voordeed, verliet de gewapende groep beide steden om posities tegen de nieuwe splinter te versterken. Om te voorkomen dat een andere rebellengroep de steden innam, kwam het leger in actie om Kiwanja en Rutshuru te beveiligen.

„Wij konden de bewoners niet aan hun lot overlaten en moesten het gebied beveiligen om ervoor te zorgen dat er geen misdrijven werden gepleegd”, zei legerwoordvoerder Olivier Hamuli. Inmiddels zijn Rutshuru en Kiwanja weer aan M23 overgedragen. Volgens een in november in Uganda gesloten akkoord mogen regeringstroepen tijdens lopende onderhandelingen geen gebieden van M23 terug veroveren.

M23, dat gesteund zou worden door Rwanda en Uganda, nam in november de strategisch gelegen stad Goma in. Onder internationale druk moesten de rebellen zich twee weken later weer terugtrekken. Sindsdien onderhandelen M23 en de regering in Kampala, overigens tot nog toe zonder tastbaar resultaat.

Binnen M23 deed zich afgelopen week een scheuring voor. De president van de beweging, Jean-Marie Runiga, stuurde de militaire leider Sultani Makenga de laan uit. Runiga vertrok met de tweede sterke man van M23, Baudoin Ngaruye, en de door het Internationaal Strafhof gezochte Bosco Ntaganda.

Beide groepen vechten nu tegen elkaar, waardoor in het gebied van M23 een machtsvacuüm is ontstaan. De groep van Runiga is erover verbolgen dat het Congolese leger Rutshuru en Kiwanja aan de groep van Makenga heeft overgedragen; Makenga speelt volgens Runiga onder een hoedje met het Congolese leger.

De groep van Ntaganda en Runiga deed zondag een poging Goma in te nemen, maar werd door eenheden van de vredesmacht van de Verenigde Naties teruggedrongen. „Wij hebben posities van Bosco Ntaganda beschoten omdat ze oprukten naar Goma. Wij droegen ze op te stoppen, maar ze trokken zich daar niets van aan. Wij hebben daarop helikopters gestuurd om hun posities te beschieten, dat was in de buurt van Kibati”, zei een woordvoerder van de VN-missie MONUSCO.