Stichting Ismaël helpt Syrische vluchtelingen
TERSCHUUR – Veel Syrische christenen hebben het moeilijk en ontvluchten hun land. Toch zijn er ook die op hun plaats blijven. Een van hen is ds. Samir Yacco, predikant van een baptistengemeente in Damascus. De Nederlandse stichting Ismaël helpt hem om zijn hulpverleningswerk te kunnen voortzetten.
Stichting Ismaël werd in 2007 opgericht om lectuur te verspreiden onder Arabischsprekende volkeren. Sinds vorig jaar, toen de gevolgen van de zogenoemde Arabische lente steeds duidelijker werden, houdt de reformatorische, interkerkelijke organisatie –voorzitter is ds. W. Visscher uit Amersfoort– zich ook bezig met hulpverlening. Dat speelt op dit moment vooral in Syrië, waar de stichting een „waardevol contact” heeft in de persoon van ds. Samir Yacco. De predikant houdt zich bezig met eerste hulp aan vluchtelingen. Het bestuur kwam tijdens een van de reizen in het Midden-Oosten met hem in contact.
„We geven de hulp rechtstreeks aan ds. Yacco”, legt A. Moerdijk, secretaris van de stichting, uit. „Dat doen we liever dan het geld aan een grote organisatie geven, en we vervolgens niet weten wat er verder mee gebeurt.”
In zijn woning in Terschuur laat Moerdijk diverse mailtjes van ds. Yacco en grote aantallen foto’s zien, variërend van beelden van een kerkdienst tot die van de ravage na een bomexplosie in een straat er vlakbij.
De secretaris vertelt dat het niet mogelijk is om geld over te maken naar Damascus. Het geld van de stichting wordt gestort op de bankrekening van een vriend van de predikant in Libanon, een gynaecoloog. Die neemt de Syrische ponden in een tas op zijn motor mee naar Damascus, waar hij de stapels bankbiljetten overhandigt aan de predikant. „Dat kon de vorige keer tenminste nog. We weten niet hoe het de volgende keer is. We zijn er zeker van dat het geld aankomt en goed besteed wordt. Via e-mail krijg ik een goede verantwoording van de bestedingen.”
Ds. Yacco is een Syriër. Hij is als theoloog afgestudeerd in Sydney (Australië). „De baptistenvoorganger heeft een kleine gemeente van ongeveer 150 leden dicht bij het centrum van Damascus. Hij zette zich vanaf de Tweede Golfoorlog in 2003 in voor een groep van 75 Iraakse vluchtelingen. Nu probeert hij zo veel mogelijk vluchtelingen uit zijn eigen land te helpen. Voordat de burgeroorlog Damascus bereikte, vestigden vele vluchtelingen uit het land, onder meer uit Homs en Aleppo, zich in de hoofdstad.
Aanvankelijk zocht ds. Yacco de vluchtelingen in zijn wijk op. Sommigen woonden in een oude schuur, anderen leefden onder een afdak of onder een plastic zeil dat aan een boom was vastgemaakt. Nu is hij bekend in de wijk en komen de mensen naar zijn kerk toe om goederen in ontvangst te nemen: voedsel, medicijnen, kleding en toiletartikelen, maar ook middelen voor desinfectering vanwege de grote kans op besmettelijke ziektes.
Ds. Yacco geeft hulp aan iedereen, ongeacht zijn religie, zegt Moerdijk. Hij voegt eraan toe dat de zondagse diensten drukker bezocht worden dan ooit. Tijdens de twee zondagse diensten puilt het kleine kerkje uit.
Bijzonder onder de indruk was de secretaris van een bericht uit Damascus net na het eerste grote bombardement in augustus vorig jaar. Toen schreef ds. Yacco: „Het was een vreselijke toestand. De kerk was meer dan vol. De mensen waren bang, maar ik voelde me wonderlijk gesterkt. Ik heb makkelijk gepreekt. De Geest was in ons midden. Geen scherf heeft ons geraakt.”
De Damascener predikant is niet van plan om te vertrekken. Moerdijk: „Ds. Yacco geeft toe dat er christenen uit Damascus weggaan, maar dat zijn volgens hem vooral de rijkeren. De armen kunnen of willen niet weg. De predikant zegt dat hij er een blijvende taak heeft. Hij schreef in een mailtje: „Ik blijf hier. De Heere heeft me hier geplaatst. Over de toekomst valt weinig te zeggen. Ik mag Paulus nazeggen: „Het leven is mij Christus en het sterven is mij gewin.””
De stichting Ismaël verleent –op bescheiden schaal– ook hulp aan Syrische vluchtelingen in de Jordaanse hoofdstad Amman. Daar werkt ds. Hanna Massad, een baptistenpredikant die eerder uit Gaza-stad is verjaagd. Hij dient in een vluchtelingengemeente die eerst voor het merendeel bestond uit Iraakse christenen en nu uit steeds meer Syrische christenen.
Moerdijk begrijpt dat de hulpverlening van de stichting slechts een druppel op een gloeiende plaat is. Hij hoopt dat het werk zich kan uitbreiden en dat christenen in Nederland steun zullen verlenen. „Wij hebben het hier zo goed en we weten zo goed hoe het moet, maar ik ben weleens jaloers op het geloof van onze broeders en zusters in het Midden-Oosten.”