Gif in veevoer; Nederlandse boeren mogelijk getroffen
HANNOVER/DEN HAAG – In Duitsland is in een grote partij mais de zeer kankerverwekkende stof aflatoxine aangetroffen. Een deel van het veevoer is mogelijk op Nederlandse boerderijen terechtgekomen.
Het ministerie van Landbouw van de Duitse deelstaat Nedersaksen meldde vrijdag dat de bewuste partij mais van 45.000 ton afkomstig is uit Servië. De mais is via de haven van Brake het land binnengekomen. De autoriteiten hebben 35.000 ton geblokkeerd.
De overige 10.000 ton was al geleverd aan dertien fabrikanten in Nedersaksen, die de mais hebben verwerkt tot mengvoer voor koeien, varkens en pluimvee. Dat voer is vervolgens geleverd aan bijna 3600 boerderijen in Nedersaksen en Noord-Rijnland-Westfalen. Het Duitse weekblad Der Spiegel meldde –ook op gezag van het ministerie– dat kleine partijen terecht zijn gekomen in vijf andere deelstaten en in Nederland.
In de mais zat tot 0,204 milligram aflatoxine per kilo. Dat is tien keer zo hoog als volgens EU-normen is toegestaan. Het ministerie verwacht in vlees van dieren die de mais hebben gegeten geen overschrijding van de norm. In melk van koeien zou dat wel het geval kunnen zijn.
Toch loopt de volksgezondheid volgens de Duitse autoriteiten geen gevaar. Overschrijding van de norm in consumptiemelk is „onwaarschijnlijk”, omdat die in de zuivelfabriek met melk van andere boerderijen wordt gemengd.
De Nederlandse mengvoergigant ForFarmers heeft drie fabrieken in verschillende Duitse deelstaten. Hoofd kwaliteit Manfred Hessing zegt dat daar –evenals op de Nederlandse vestigingen– tot nu toe geen problemen zijn.
Voorzitter Albert Jan Maat van boerenorganisatie LTO Nederland was vrijdagmiddag nog niet van de zaak op de hoogte. „Ik weet wel dat het in Duitsland vaak uit de hand loopt, omdat alles daar via de deelstaten loopt. Dat kost tijd. Berlijn zou ons systeem moeten overnemen en centraal moeten ingrijpen.”